Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
scambleek te zijn. [persoon B] voert aan dat hij zelf ook slachtoffer is van de oplichting en dat [persoon A] bovendien zelf beter had moeten weten. De rechtbank oordeelt dat [persoon B] onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij schadevergoeding moet betalen, zij het dat [persoon A] voor een deel eigen schuld heeft aan de schade.
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 november 2023 met producties 1 t/m 21;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 20, met een vordering tot opheffing van gelegde beslagen, welke vordering de rechtbank beschouwt als eis in reconventie;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van [persoon A] met producties 22 t/m 27;
- de conclusie van antwoord in reconventie tegens inhoudende akte overlegging aanvullende producties met producties 28 t/m 32;
- de akte overlegging producties tevens akte depot van [persoon B] , met producties 21 en 22;
- de akte overlegging producties van [persoon B] , met producties 23 t/m 27;
- de mondelinge behandeling van 14 oktober 2024 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van beide partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
scambleek te zijn. Van een daadwerkelijke onderneming is nooit sprake geweest en [persoon C] heeft zich bediend van meerdere vervalste stukken. Het door [persoon A] betaalde bedrag is niet meer te traceren. Partijen verschillen echter van mening over de vraag welke rol [persoon B] hierin heeft gespeeld.
- salaris advocaat € 3.502,00 (1 rekest x tarief VII)
- griffierecht € 314,00
- beslagexploot € 232,72
- betekening
- dagvaarding € 129,85
- griffierecht € 1.963,00
- salaris advocaat € 7.004,00 (2 punten x tarief VII)
- nakosten
- salaris advocaat € 1.751,00 (1 punt x tarief VII x 0,5)
- nakosten
5.De beslissing
22 februari 2023 tot de dag van volledige betaling;