ECLI:NL:RBROT:2025:1534

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 januari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
10-212221-23 (vordering omzetting TBS)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van terbeschikkingstelling naar dwangverpleging in TBS-zaak met recidiverisico

Op 24 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een TBS-zaak waarbij de ter beschikking gestelde, geboren in 1987, verblijvende in een penitentiaire inrichting, werd geconfronteerd met een vordering tot omzetting van zijn terbeschikkingstelling met voorwaarden naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De rechtbank had eerder op 29 februari 2024 de terbeschikkingstelling gelast met voorwaarden vanwege verscheidene diefstallen. De ter beschikking gestelde had echter herhaaldelijk de voorwaarden overtreden en was betrokken bij verschillende incidenten, waaronder het gebruik van drugs en het niet terugkeren van verlof. De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling om te zetten naar dwangverpleging, omdat de huidige voorwaarden niet voldoende waarborgen boden voor de veiligheid van anderen en de ter beschikking gestelde niet betrouwbaar was gebleken in zijn behandeling. Tijdens de zitting op 24 januari 2025 werd de officier van justitie gehoord, die de vordering tot dwangverpleging steunde, terwijl de ter beschikking gestelde en zijn raadsman pleitten voor een kans op behandeling met voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde niet in staat was gebleken om zich aan de voorwaarden te houden en dat een strengere aanpak noodzakelijk was. De rechtbank besloot de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege te verplegen, met de opmerking dat de totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging niet meer dan vier jaar mag bedragen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-212221-23 (vordering omzetting TBS)
Datum uitspraak: 24 januari 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te [naam PI] ,
raadsman mr. E. Boskma, advocaat te Alkmaar.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 29 februari 2024 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verscheidene diefstallen, al dan niet met braak en/of inklimming. De termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is aangevangen op 15 maart 2024.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
  • het onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 29 februari 2024, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd;
  • de vordering van de officier van justitie van 12 december 2024, die strekt tot het alsnog van overheidswege verplegen van de ter beschikking gestelde;
  • het bevel van de rechter-commissaris tot de voorlopige verpleging van overheidswege van 13 december 2024, met het bijbehorende proces-verbaal;
  • het reclasseringsrapport van 12 december 2024 van Reclassering Nederland, GGZ [naam GGZ-instelling] Toezicht Rotterdam;
  • de voortgangsverslagen over de periode maart t/m november 2024 van de reclassering GGZ [naam GGZ-instelling] Toezicht Rotterdam;
  • een officiële waarschuwing d.d. 30 juli 2024, en
  • het consult strafrechtpleging van het NIFP d.d. 15 december 2024.

3.Onderzoek op de zitting

De vordering is op de openbare terechtzitting van 24 januari 2025 behandeld. Daarbij zijn gehoord: de officier van justitie mr. L. de Jonge;
de ter beschikking gestelde, bijgestaan mr. E. Boskma, en de deskundige mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Reclassering Nederland, GGZ [naam GGZ-instelling] Toezicht Rotterdam.

4.Advies van de reclassering

De reclassering adviseert in haar rapport van 12 december 2024 de terbeschikkingstelling met voorwaarden om te zetten in een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
Verloop van de terbeschikkingstelling met voorwaarden
De ter beschikking gestelde kent een lange geschiedenis binnen verschillende verslavingsklinieken en hem is herhaaldelijk reclasseringstoezicht opgelegd.
Veelal werden deze trajecten voortijdig negatief beëindigd en leidde dit niet tot duurzame gedragsverandering.
Binnen het toezicht van een TBS met voorwaarden werd de ter beschikking gestelde op 4 maart 2024 opgenomen in de [naam GGZ-instelling] in Almere. Dit traject verliep zeer moeizaam. Op 26 juli 2024 is hij niet teruggekomen van verlof en op 28 juli 2024 werd hij door de politie opgepakt en teruggebracht naar de [naam GGZ-instelling] , terwijl hij op dat moment onder invloed was van drugs (vermoedelijk cocaïne). Op 30 juli 2024 kreeg de ter beschikking gestelde een officiële waarschuwing vanwege ongewenst gedrag.
Op 20 augustus 2024 is de ter beschikking gestelde voor een tweede behandelpoging geplaatst in de [naam GGZ-instelling] in Poortugaal. Ook dit traject verliep moeizaam en er waren verschillende overtredingen. Zo ontving hij geld van medepatiënten en was hij hier onvoldoende open over.
Op 11 december 2024 onttrok hij zich aan de behandeling en het toezicht; hij keerde niet terug van verlof en liet zijn telefoon, portemonnee en ID in de kliniek achter. Een dag later meldde hij zich – onder invloed van verdovende middelen – bij de politie.
Gelet op het algehele verloop binnen de [naam GGZ-instelling] Poortugaal en de overtredingen binnen het toezicht, worden geen behandelmogelijkheden meer gezien en heeft [naam GGZ-instelling] de opname per direct beëindigd.
Advies tot omzetting naar tbs met dwangverpleging
De ter beschikking gestelde heeft binnen een jaar twee klinische trajecten voortijdig afgebroken. Hij heeft daardoor onvoldoende aangetoond dat hij is aan te spreken op of te sturen in zijn gedrag. De mogelijkheden binnen het huidige toezicht van een terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn uitgeput.
Er is een stringenter kader noodzakelijk om te komen tot een vruchtbare behandeling en langdurige abstinentie van middelen. De ter beschikking gestelde lijkt te gebruiken om de spanningen die hij ervaart weg te stoppen, waardoor behandeling niet van de grond komt.
Een terbeschikkingstelling met dwangverpleging biedt naar mening van de reclassering de mogelijkheid om de ter beschikking gestelde langduriger en adequater te behandelen.

5.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot het alsnog bevelen van de dwangverpleging.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben afwijzing van de vordering bepleit en verzocht de terbeschikkingstelling met voorwaarden nog een kans te geven, bijvoorbeeld in de vorm van een time-out of in een kliniek met een behandeling meer gericht op zijn psychische problemen.

6.Beoordeling

Artikel 6:6:10, eerste lid, aanhef en onder e, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de rechtbank, indien de ter beschikking gestelde een gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling bevoegd is te beslissen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Uit het hiervoor weergegeven standpunt van de reclassering blijkt dat de ter beschikking gestelde de voorwaarden heeft overtreden waaraan hij zich moest houden. Hij is niet betrouwbaar gebleken bij het maken van en zich houden aan afspraken en verschaft onvoldoende openheid aan zijn behandelaars. Binnen één jaar hebben twee verschillende klinieken de behandeling stopgezet nadat hij zich tijdens een verlof aan het toezicht had onttrokken en drugs had gebruikt.
Uit het advies van de reclassering blijkt verder dat het huidige juridische kader van een TBS met voorwaarden onvoldoende garanties biedt voor de veiligheid van anderen. De ter beschikking is veroordeeld voor diefstallen met kwetsbare slachtoffers. Als hij spanningen opbouwt en – om deze te beheersen – zucht naar drugs ervaart, laat hij zich niet weerhouden door wat hij zijn slachtoffers aandoet. De rechtbank is met de officier van justitie en de reclassering van oordeel dat een derde behandelpoging in een soortgelijk kader naar verwachting geen verandering teweeg zal brengen in de ontvankelijkheid van de ter beschikking gestelde voor behandeling. Daardoor blijft het hoge recidiverisico bestaan.
De raadsman heeft aangevoerd dat er binnen het kader van de TBS met voorwaarden meer ingezet moet worden op de behandeling van de psychische problemen van de ter beschikking gestelde. De deskundige heeft hierover op de zitting verklaard dat er het afgelopen jaar gesprekken met een groepsleider, behandelaren en psycholoog in zijn dagprogramma zijn opgenomen om over zijn psychische problemen te praten, maar dat hij daarover onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven.
Ook het inzetten van een time-out, zoals door de verdediging voorgesteld, wordt door de reclassering niet mogelijk geacht, daar de ter beschikking gestelde ontregelt door de spanningen die hij opbouwt en hij er om die spanningen te onderdrukken voor kiest om drugs te gebruiken.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een stringenter kader noodzakelijk is om te komen tot een vruchtbare behandeling en langdurige abstinentie van middelen. Het huidige kader is ontoereikend gebleken om de risico’s te beperken, ondanks het hoge beveiligingsniveau. De enige resterende mogelijkheid ter inperking van het recidiverisico, is omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en bevelen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege dient te worden verpleegd.
De rechtbank merkt hierbij nog op dat is het onderliggende vonnis is overwogen dat de totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege een periode van vier jaar niet te boven kan gaan.

7.Beslissing

De rechtbank:
beveeltdat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is genomen door
mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. F. Damsteegt en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.