Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10-297405-20;
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde op de dagvaardingen met parketnummers 10-245003-20, 10-222222-21 en 10-323221-21;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
10-323221-21heeft begaan op die wijze dat:
dietoebehoorde
naan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen
diewederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de woning heeft verschaft door middel van braak ;
dietoebehoorde
naan [slachtoffer 2] ,
diewederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de woning heeft verschaft door middel van braak ;
dietoebehoorde aan Politiebureau Rotterdam Noord heeft weggenomen
diewederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
diewederrechtelijk toe te eigenen.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlage
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
de benadeelde partij [slachtoffer 2](feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 10-297405-20) niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
de benadeelde partij politie Eenheid Rotterdam(het feit op de dagvaarding met parketnummer 10-245003-20) te betalen een bedrag van € 43,90 (zegge: drieënveertig euro en negentig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;