ECLI:NL:RBROT:2025:1479
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de spoedsluiting van een horeca-inrichting na explosie
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de spoedsluiting van zijn horeca-inrichting [horecagelegenheid 1] beoordeeld. De burgemeester had op 10 augustus 2023 besloten om de horeca-inrichting met spoed te sluiten voor een periode van twee weken, na een explosie die plaatsvond voor het pand. Eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Nasir, betwistte de sluiting en voerde aan dat er geen directe relatie was tussen het vuurwerk en zijn horecagelegenheid. De burgemeester, vertegenwoordigd door mr. J.C. Avedissian en mr. R. Aghabalazadeh, verdedigde de sluiting op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening en de Horecanota Rotterdam, die stelt dat bij ernstige geweldsincidenten de openbare orde kan worden aangetast.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester in redelijkheid tot de sluiting kon besluiten, gezien de ernst van het incident en de mogelijke verstoring van de openbare orde. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester de sluiting noodzakelijk kon achten om de openbare orde en het woon- en leefklimaat te herstellen. Eiser's argumenten over de onredelijkheid van de sluiting en de gevolgen voor zijn onderneming werden door de rechtbank niet overtuigend geacht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de beslissing van de burgemeester in stand bleef. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester om in het belang van de openbare orde te handelen, vooral in situaties van ernstige geweldsincidenten.