Uitspraak
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 2 maart 2025 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door meermalen, althans eenmaal, met een (vuur)wapen op het (kantoor)pand (gevestigd aan de [adres delict] ) van die [slachtoffer] te schieten;
hij op of omstreeks 2 maart 2025 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten (delen van) een (kantoor)pand gevestigd aan de [adres delict] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt;
hij op of omstreeks 2 maart 2025 te Rotterdam en/of Amsterdam en/of Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie II of III van de Wet wapens en munitie en/of (bijbehorende) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de categorie II of III voorhanden heeft gehad.
2.Bewijs
op 2 maart 2025 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door meermalen, met een vuurwapen op het pand (gevestigd aan de [adres delict] ) van die [slachtoffer] te schieten;
op 2 maart 2025 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten een pand gevestigd aan de [adres delict] , dat aan [slachtoffer] toebehoorde, heeft beschadigd;
op 2 maart 2025 te Rotterdam en/of Amsterdam en/of Haarlem, tezamen en in vereniging met anderen, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie en bijbehorende munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de categorie III voorhanden heeft gehad.
3.Kwalificatie en strafbaarheid
4.Straf
5.Voorlopige hechtenis
6.Wettelijke voorschriften
7.Beslissingen
gevangenisstraf van 22 maanden;
van deze gevangenisstraf 8 (acht) maandenniet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist;
2 jaar, waarbij tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke gedeelte van de straf kan worden beslist als de verdachte een van de onderstaande voorwaarden niet naleeft;
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.