Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 december 2025, met bijlagen 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 11 december 2025.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2025, is een kort geding aan de orde waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. D.A.Y. Jacques, een ontruiming van de woning heeft gevorderd. De gedaagden, die niet zijn verschenen, zijn aangeduid als [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 3 december 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 11 december 2025. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagden, aangezien zij niet op de oproeping zijn verschenen en alle wettelijke termijnen zijn nageleefd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van eiser bij de ontruiming van de woning voldoende is aangetoond. De vordering is toegewezen, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat gedaagden alleen de sleutels van de woning aan eiser moeten overhandigen. De ontruimingstermijn van drie dagen na betekening van het vonnis is als redelijk beoordeeld, gezien de beëindiging van de huurovereenkomst op 15 oktober 2025. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van [gedaagde 1] gesteld, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De totale kosten zijn begroot op € 1.058,90, inclusief dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, zelfs als gedaagden in verzet komen. De beslissing van de kantonrechter omvat de veroordeling tot ontruiming van de woning binnen drie dagen, de veroordeling van [gedaagde 1] in de proceskosten, en de afwijzing van andere of meer gevorderde zaken.