Op 30 oktober 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaken van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren in 2014. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een netwerkpleeggezin, bij de tante moederszijde, verlengd tot 21 mei 2026. De moeder van [minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag, maar verblijft momenteel bij haar neef en heeft geen vaste woonplaats. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] zich goed ontwikkelt in de huidige situatie en dat het noodzakelijk is om de rol van de moeder in het leven van [minderjarige] nader te onderzoeken. De GI heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen en dit verzoek is door de kinderrechter toegewezen. Daarnaast heeft de kinderrechter het verzoek van de moeder om de schriftelijke aanwijzing van de GI te laten vervallen afgewezen, omdat de GI bereid is om de aanwijzing te wijzigen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.