Uitspraak
[verdachte]
1.Tenlastelegging
2.Bewijs
.Uit de verschillende aangiftes blijkt dat de verdachte bijna 2 jaar lang meerdere keren en op verschillende manieren heeft geprobeerd contact te krijgen met de aangeefster. Hij belde haar, liet voicemailberichten achter, stuurde haar SMS- of WhatsApp berichten, belde aan bij de woning van aangeefster, hield zich op bij het werk van aangeefster en stuurde haar meerdere brieven. Soms liet de verdachte spullen achter bij de woning van de aangeefster. De aangeefster heeft nooit opgenomen als de verdachte belde, heeft op geen van de berichten gereageerd en heeft uit angst en voorzorg camera’s rondom haar woning opgehangen en een beveiligingsbedrijf ingeschakeld. De verdachte is eerder als eens vervolgd vanwege belaging en er zijn ook al vaker gedragsaanwijzingen aan de verdachte uitgereikt met een contactverbod. De verdachte heeft alle contactpogingen bekend.
.
3.Kwalificatie en strafbaarheid
4.Straf en maatregelen
Daarom classificeren de onderzoekers het beeld als een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, grotendeels in remissie.
samengaat. De onderzoekers kunnen geen één op een relatie tussen de psychose en de strafbare feiten vaststellen. Het is echter wel mogelijk dat de psychotische klachten een rol
speelden ten tijde van het plegen van de feiten.
de aangeefster. Hij handelde op basis van zijn eigen realiteit en zag onvoldoende hoe dit voor de aangeefster was. Er is sprake van oordeels- en kritiekstoornissen en een geregeld gestoorde realiteitstoetsing. In de maanden na zijn detentie in april 2024 raakte hij bovendien steeds meer in de war en werd de aanwezigheid van een psychotische stoornis duidelijker.
Samengevat komt het gedrag van de verdachte voort uit onjuiste en rigide overtuigingen rondom de aard van zijn relatie met de aangeefster. Omdat de verdachte nog wel enige sturing had over zijn gedrag en er voldoende momenten waren waarop hij had kunnen besluiten om niet te handelen zoals hij deed, adviseren de onderzoekers om de verdachte het ten laste gelegde verminderd toe te rekenen.
beveiligingsgraad nodig. Vanwege het afwezige ziekte-inzicht van de verdachte is een
zorgmachtiging van een half jaar met eventueel verlenging echter wel noodzakelijk om
behandeling mogelijk te maken. Een klinische start binnen een FPA lijkt zinvol om van daaruit te komen tot resocialisatie met verdere ambulante behandeling in een forensisch kader. Om de verdachte gedurende langere tijd te kunnen blijven volgen wordt verder
reclasseringstoezicht als voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel met een langere proeftijd geadviseerd. De reclassering kan eventueel een belangrijke (regisserende) rol spelen.
Gelet op de aard en ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling eist de veiligheid van anderen dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en onder dwang wordt verpleegd. De rechtbank volgt de conclusie van het PBC dat het risico op geweld laag is niet, omdat dit zich niet goed verhoudt tot het hoge recidiverisico. Belaging is een wezenlijk gewelddadig feit, dat met name bestaat uit geestelijk geweld dat vaak vele jaren duurt (zo ook in deze zaak). Dit gewelddadige karakter van het feit niet moet worden onderschat. De verdachte lijkt, mede gelet op het ziektebeeld, niet in te zien wat zijn gedrag (heeft) veroorzaakt. Het (hoge) risico op geweld richting de aangeefster is daarmee gegeven. Bovendien volgt de rechtbank het advies van de reclassering, waarin zij stellen dat een tbs met voorwaarden weinig kans van slagen heeft nu de verdachte geen gemotiveerde houding heeft. Weliswaar is het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis eerder toegewezen (met daaraan verbonden voorwaarden), waarbij verdachte toen aangaf gemotiveerd te zijn voor behandeling, maar van een gemotiveerde houding van verdachte om zich aan voorwaarden te houden of zich te laten behandelen is na de schorsing en ter terechtzitting allerminst gebleken. De rechtbank heeft de verdachte hier ter terechtzitting zelf over bevraagd en de verdachte heeft bevestigd dat hij vindt dat reclasseringstoezicht, voorwaarden, een (klinische) behandeling en medicatie niet nodig zijn. Mede vanwege het gebrek aan ziekte inzicht ligt in de lijn der verwachting dat de verdachte zich aan voorwaarden of behandeling zal onttrekken. De rechtbank concludeert daarom dat alleen een tbs met dwangverpleging kans van slagen heeft.
5.Wettelijke voorschriften
6.Beslissingen
gevangenisstraf van 444 (vierhonderdvierenveertig) dagen;
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat de terbeschikkinggestelde
van overheidswege wordt verpleegd;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 (vijf) jaar, inhoudende dat de verdachte:
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;