ECLI:NL:RBROT:2025:14443

• Datum uitspraak: 10 december 2025
• Publicatiedatum: 10 december 2025
• Zaaknummer: C/10/705067 / HA RK 25-810
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: W.P. Sprenger
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Beperkingszaak met betrekking tot aansprakelijkheid van Levante Barging B.V. en E.O.C. Onderlinge Schepenverzekering U.A.

In deze zaak, die betrekking heeft op de aansprakelijkheid van de besloten vennootschap Levante Barging B.V. en de onderlinge waarborgmaatschappij E.O.C. Onderlinge Schepenverzekering U.A., heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 december 2025 een beschikking gegeven. Deze beschikking volgt op eerdere uitspraken, waaronder een van 8 oktober 2025, waarin de aansprakelijkheid van de verzoeksters ter zake van een voorval met het motorbinnenschip 'Levante' is beperkt tot een bedrag van SDR 1.179.777,60, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verzoeksters bevolen een zakenfonds te stellen ter dekking van deze aansprakelijkheid en de kosten van de procedure.

Op 27 november 2025 constateerde de rechtbank dat de verzoeksters niet volledig hadden voldaan aan het bevel tot fondsstelling. Een hernieuwd bevel werd gegeven, en op 9 december 2025 verklaarde de rechtbank dat de verzoeksters aan dit bevel hadden voldaan. De rechter-commissaris heeft vervolgens de dagbepalingen vastgesteld voor het indienen van vorderingen en betwistingen met betrekking tot de beperking van aansprakelijkheid.

In de beslissing van de rechter-commissaris, die op 10 december 2025 openbaar werd uitgesproken, zijn specifieke data vastgesteld voor het indienen van vorderingen en de verificatie van deze vorderingen. De rechter-commissaris heeft ook bepaald dat de vereffenaar aankondigingen zal doen in relevante media. Deze beschikking is een belangrijke stap in de procedure rondom de aansprakelijkheid van de verzoeksters en de verdere afhandeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Team Handel & Haven

binnenschip “Levante” (zakenfonds)

Zaaknummer / rekestnummer: C/10/705067 / HA RK 25-810

Beschikking van de rechter-commissaris van 10 december 2025

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEVANTE BARGING B.V. ,

gevestigd te Raamsdonkveer,
2. de onderlinge waarborgmaatschappij

E.O.C. ONDERLINGE SCHEPENVERZEKERING U.A. ,

gevestigd te Meppel,

verzoekende partijen,

hierna samen te noemen: verzoeksters,

advocaat: mr. T. Roos te Capelle aan den IJssel.

1. De procedure

1.1.

Bij beschikking van deze rechtbank van 8 oktober 2025 is onder meer bepaald dat het bedrag waartoe de aansprakelijkheid van verzoeksters ter zake van het in aanraking komen van het motorbinnenschip “Levante” met de sluisdeur(en) van de noordkolk van de Prinses Máxima Sluizen in Lith, gemeente Oss van 18 februari 2025 (hierna: het voorval) voorshands is beperkt tot SDR 1.179.777,60, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 19 februari 2025 tot de dag volgende op de dag waarop het fonds zal zijn gesteld. De rechtbank heeft verzoeksters bevolen een zakenfonds te stellen tot dat beloop, alsmede een bedrag ter dekking van de kosten van de procedure. Tevens heeft de rechtbank daarbij deze rechter-commissaris aangewezen en een vereffenaar benoemd.

1.2.

Bij beschikking van 27 november 2025 heeft de rechtbank geconstateerd dat verzoeksters niet (geheel) hadden voldaan aan het bevel tot fondsstelling van 8 oktober 2025. Bij die beschikking heeft de rechtbank een hernieuwd bevel om fonds te stellen gegeven.

1.3.

Op 9 december 2025 heeft de rechtbank verklaard dat verzoeksters aan bedoeld bevel hebben voldaan.

2. De beoordeling

2.1.

De rechter-commissaris zal, de vereffenaar gehoord hebbend, overgaan tot de dagbepalingen voor het indienen van de vorderingen op verzoeksters, alsmede de betwistingen van het beroep op beperking van aansprakelijkheid en voor de verificatie, zoals bedoeld in artikel 642g Rv.

2.2.

De rechter-commissaris ziet aanleiding om de vereffenaar op grond van artikel 642i Rv op te dragen om, naast zijn kennisgevingen van deze beschikking aan verzoeksters en de bekende belanghebbenden, tevens aankondiging te doen in media als vermeld in de beslissing.

3. De beslissing

De rechter-commissaris

3.1.

bepaalt dat vorderingen op verzoeksters ter zake van het voorval met onderbouwende bewijsstukken, alsmede betwistingen van het beroep op beperking van aansprakelijkheid van verzoeksters uiterlijk op
maandag 2 maart 2026 moeten worden ingediend bij de vereffenaar [naam], [postadres], [e-mail];

3.2.

bepaalt dat op
dinsdag 12 mei 2026 om 11:00 uur in het Gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100-125 te Rotterdam zal worden overgegaan tot verificatie van de ingediende vorderingen en waar van toepassing tot de behandeling van betwistingen van het beroep op beperking van aansprakelijkheid;

3.3.

bepaalt dat de vereffenaar zo spoedig mogelijk aankondiging van deze beschikking zal doen in Schuttevaer en in het Brabants Dagblad, editie Oss.

Deze beschikking is gegeven door rechter-commissaris mr. W.P. Sprenger en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2025.

3718/1928