ECLI:NL:RBROT:2025:14424

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
10 december 2025
Zaaknummer
C/10/699784 / JE RK 25-1000
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot gesloten plaatsing van een minderjarige wegens ontbreken actuele verklaring gedragswetenschapper

Op 30 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, vertegenwoordigd door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen omdat er geen actuele instemmende verklaring van een gedragswetenschapper was overgelegd. De zaak betreft een minderjarige die onder toezicht staat van de GI en momenteel verblijft bij een instelling. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben hun bezorgdheid geuit over de situatie van hun kind. De kinderrechter heeft eerder een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, maar deze was afhankelijk van een nieuwe verklaring van de gedragswetenschapper. Aangezien deze verklaring ontbrak, kon de kinderrechter niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een nieuwe machtiging. De kinderrechter heeft de zaak openbaar behandeld, waarbij de advocaat van de minderjarige en de vader aanwezig waren, terwijl de moeder en de minderjarige zelf niet verschenen. De beslissing is op schrift gesteld op 8 oktober 2025 en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/699784 / JE RK 25-1000
Datum uitspraak: 30 september 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,hierna te noemen: de GI, gevestigd in Amsterdam,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. K. Logtenberg, kantoorhoudende in Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • de beschikking van 24 juni 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de brief van de advocaat van [minderjarige] van 5 september 2025;
  • de briefrapportage van de GI van 23 september 2025.
1.2.
Op 30 september 2025 heeft de kinderrechter de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • de advocaat van [minderjarige] ;
  • de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam] .
1.3.
De moeder en [minderjarige] zijn niet verschenen. De advocaat van [minderjarige] heeft vooraf aangegeven dat zij niet aanwezig konden zijn, omdat bij het forensisch centrum ( [naam instelling] ) Teylingereind een onderzoek plaatsvindt waarbij de gezinsdynamiek wordt onderzocht en de moeder en [minderjarige] daarbij aanwezig moeten zijn.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de vader zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft bij [naam instelling] .
2.3.
Bij beschikking van 24 juni 2025 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 15 januari 2026 en voor het overige verzochte aangehouden tot 1 december 2025 pro forma. Bij die beschikking is ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 15 oktober 2025.

3.Het (aangehouden) verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp van [minderjarige] te verlenen voor de duur van zes maanden.
3.2.
Er is al deels op dit verzoek beslist bij de hierboven vermelde beschikking van 24 juni 2025. Nu dient beslist te worden op het restant van het verzoek voor een machtiging gesloten jeugdhulp tot 15 januari 2026.
3.3.
De GI handhaaft het resterende verzoek. [minderjarige] wordt onderzocht bij [naam instelling] . De uitkomsten van dit onderzoek worden naar verwachting in november bekend. De gesloten machtiging is noodzakelijk om te voorkomen dat er spoedprocedures moeten worden gestart.

4.Het standpunt van [minderjarige]

4.1.
Namens [minderjarige] wordt verweer gevoerd en verzocht het verzoek af te wijzen. [minderjarige] doet zijn uiterste best en ervaart het als belastend steeds te horen dat hij na zijn vrijlating opnieuw gesloten geplaatst zal worden. Een gesloten plaatsing is zeer ingrijpend en zou niet moeten worden gebruikt als stok achter de deur. Bovendien heeft de gedragswetenschapper geen verklaring afgelegd over het verzoek. De GI dient in samenwerking met de jeugdreclasseerder en [naam instelling] te bepalen hoe nu verder. Vandaag heeft [minderjarige] een afspraak waarbij zijn interactie wordt geobserveerd. Het betreft een uitgebreid onderzoek, waardoor [minderjarige] en zijn moeder niet aanwezig zijn bij deze zitting.

5.Het standpunt van de vader

5.1.
De vader verzet zich tegen het verzoek en sluit zich aan bij het standpunt van de advocaat van [minderjarige] . Er moet worden onderzocht waarom de situatie zo ver heeft kunnen komen. [minderjarige] zou professionele hulp krijgen, maar deze hulp is nooit opgestart. Wanneer een kind iets wordt beloofd en die belofte niet wordt nagekomen, gaat het op andere manieren proberen zijn doel te bereiken. [minderjarige] is geen zieke jongen die in een observatiecentrum thuishoort.

6.De beoordeling

6.1.
Op grond van artikel 6.1.2, zesde lid van de Jeugdwet dient een verzoek tot een machtiging voor een gesloten plaatsing van een minderjarige een instemmende verklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper te worden overgelegd. Bij het (oorspronkelijke) verzoek van 13 mei 2025 heeft de GI een instemmende verklaring van een gedragswetenschapper overgelegd van 2 juni 2025. Op grond daarvan is bij beschikking van 24 juni 2025 door de kinderrechter een machtiging verleend voor een gesloten plaatsing van [minderjarige] voor de duur van drie maanden. In die beschikking is bepaald dat, indien het restant van het verzoek wordt gehandhaafd, een nieuwe instemmende verklaring dient te worden overgelegd. Nu een dergelijke actuele verklaring ontbreekt, wordt naar het oordeel van de kinderrechter niet voldaan aan het wettelijke vereiste. Reeds daarom zal de kinderrechter het restant van het verzoek afwijzen.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
wijst het verzoek af voor zover daarop niet eerder is beslist.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2025 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. R.S.E. Pronk als griffier, en op schrift gesteld op 8 oktober 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.