In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiser, een ondernemer van een supermarkt, tegen een bestuurlijke boete die is opgelegd vanwege een overtreding van de Tabaks- en rookwarenwet (Trw). De zaak betreft een inspectie die op 15 maart 2023 heeft plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de tabaksproducten in de winkel niet volledig aan het zicht waren onttrokken door een gordijn dat niet lang genoeg was. Eiser heeft op 22 augustus 2023 een primaire beslissing ontvangen van de verweerder, die op 10 november 2023 is bevestigd in een bestreden besluit. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk is en het beroep tegen het tweede bestreden besluit ongegrond. De rechtbank concludeert dat eiser het uitstalverbod heeft overtreden, omdat de tabaksproducten zichtbaar waren, wat in strijd is met de wetgeving. De rechtbank wijst erop dat de inspecteur geen verhoor met eiser heeft gehouden en dat de boete van € 450,- voor de overtreding in stand blijft. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die de hoogte van de boete zouden rechtvaardigen. De rechtbank bepaalt dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden, omdat het herziene besluit op bezwaar deels tegemoet is gekomen aan de bezwaren van eiser.