Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] , en:
[gedaagde 2],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 januari 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een aannemer en zijn opdrachtgevers. De eiser, een aannemer, had een vordering ingesteld voor betaling van een restant van de aanneemsom voor de bouw van een aanbouw. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen, omdat de aanbouw niet opgeleverd was en gebreken vertoonde. De gedaagden, de opdrachtgevers, hebben tegenvorderingen ingesteld, waaronder schadevergoeding wegens de gebreken aan de aanbouw. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden recht hebben op schadevergoeding, maar dat deze niet kon worden vastgesteld omdat de gedaagden het voorschot voor een deskundige niet hadden betaald. De kantonrechter heeft de vordering van de gedaagden tot schadevergoeding toegewezen, maar de exacte schade moet in een schadestaatprocedure worden vastgesteld. Daarnaast heeft de kantonrechter de aannemingsovereenkomsten met betrekking tot de tuindeuren en raamkozijnen ontbonden, en de eiser veroordeeld tot terugbetaling van de door de gedaagden betaalde bedragen voor deze onderdelen. De proceskosten zijn voor rekening van de eiser, die in het ongelijk is gesteld.