ECLI:NL:RBROT:2025:14175

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
10/032027-25
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in jeugdstrafzaak wegens straatroof in Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2025 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in 2009, werd beschuldigd van betrokkenheid bij een straatroof die op 16 december 2024 in Rotterdam plaatsvond. De officier van justitie eiste een taakstraf van 90 uren, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Ondanks sterke aanwijzingen dat de verdachte betrokken was, ontkende hij de beschuldigingen. De rechtbank gaf de verdachte het voordeel van de twijfel en sprak hem vrij van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank besloot ook dat de benadeelde partij de kosten van de verdediging moest dragen, die op nihil werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit een voorzitter en twee kinderrechters, en werd in aanwezigheid van de griffier op de openbare terechtzitting bekendgemaakt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/032027-25
Datum uitspraak: 27 november 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2009,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres], [postcode] te [plaatsnaam],
raadsman mr. J.W.M. Kromme, advocaat te Ridderkerk.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 13 november 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 90 uren, subsidiair 45 dagen vervangende jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de ten laste gelegde straatroof op 16 december 2024 in Rotterdam. Zij baseert dit onder meer op de aangiftes, de aangetroffen goederen in de woning van [medeverdachte 1], de telefoon- en locatiegegevens van de verdachte en het chatgesprek tussen [naam] en [medeverdachte 1] waarin de naam van de verdachte wordt genoemd. Daarnaast zijn tijdens de straatroof bivakmutsen gebruikt en zijn bivakmutsen aangetroffen in de woning van de verdachte. Voorts heeft de verdachte op de terechtzitting verklaard diezelfde avond samen te zijn geweest met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2].
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank leidt uit de stukken in het dossier en dat wat op zitting is besproken, het volgende af.
Op 16 december 2024 heeft in Rotterdam een straatroof in vereniging plaatsgevonden. De slachtoffers hebben onder bedreiging met geweld diverse spullen moeten afgeven aan drie daders. Naar aanleiding van deze straatroof is onder andere de woning van [medeverdachte 1] doorzocht, alwaar een deel van de gestolen goederen is teruggevonden.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de verdachte samen met anderen de straatroof heeft gepleegd. De verdachte heeft dit steeds ontkend.
Alhoewel uit het dossier sterke aanwijzingen volgen dat de verdachte betrokken is geweest bij deze straatroof, is er geen direct bewijs. De rechtbank geeft de verdachte daarom het voordeel van de twijfel en spreekt hem vrij van het ten laste gelegde.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [benadeelde partij], ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 542,96 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Omdat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.2.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H. Benaissa, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. H. Wielhouwer en J. Groot, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Cortenberghe - van Dam, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 november 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 december 2024 te Rotterdam
op de openbare weg, te weten de Piet Mondriaansingel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van hun telefoons
en/of hun scooters (een Peugeot Fight met kenteken [kenteken 1] en/of een Piaggio
Zip met kenteken [kenteken 2]) en/of hun rijbewijzen en/of OV-chipkaarten en/of
kentekenpapieren en/of sleutels en/of airpods, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde(n)
door
- met bivakmutsen op/gezichtsbedekkende kleding aan naar die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] toe te gaan, en/of
- bij die [slachtoffer 2] op de rug te springen, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] vast te pakken, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te zeggen dat zij hun zakken moesten
leegmaken, en/of
- een mes tegen de keel van die [slachtoffer 1] te zetten en/of dat mes tegen het hoofd
en/of de buik van die [slachtoffer 2] te houden en/of dat mes te tonen aan voornoemde
slachtoffers, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te zeggen dat zij hun scootersleutels en/of
telefoon moesten afgeven en/of moesten uitloggen van hun Apple-ID account,
en/of
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij op moest schieten omdat er anders geschoten
zou worden, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat zij, verdachte en/of zijn mededaders, hem in
elkaar zouden slaan en/of neer zouden steken, en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te zeggen dat zij, verdachte en/of zijn mededaders,
wisten waar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] woonden en/of dat de politie niet gebeld
mocht worden, en/of
- op de scooters van voornoemde slachtoffers te gaan zitten en/of daarmee weg te
rijden.