Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De ontvankelijkheid van het verzoek
[verzoeker] zegt dat hij de kantonrechter partijdig vindt.
Rechtbank Rotterdam
Op 18 november 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, woonachtig in Maassluis, tegen mr. W.P.M. Jurgens, de rechter in een civiele zaak. Het verzoek tot wraking was ingediend omdat verzoeker en zijn advocaat meenden dat de rechter partijdig was. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 oktober 2025 hebben verzoeker en zijn advocaat echter nagelaten om concrete feiten, omstandigheden of gedragingen van de rechter aan te voeren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten, aangezien de wet voorschrijft dat alle relevante feiten en omstandigheden gelijktijdig moeten worden aangevoerd. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat de aangevoerde gronden te vaag waren en niet voldoende onderbouwd. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.