Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
Rechtbank Rotterdam
Op 17 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot verschoning van mr. B.J.R. van Tongeren, rechter in de rechtbank Rotterdam, in een civiele procedure tussen Stichting Havensteder en [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De zaak betreft een civiele procedure waarin Stichting Havensteder als eiseres in conventie en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als gedaagden in conventie optreden. De mondelinge behandeling was gepland op 24 november 2025. De rechter heeft op 27 oktober 2025 een brief ontvangen van de gemachtigde van [gedaagde] c.s. waarin vragen werden gesteld over de behandeling van de zaak door de rechter. Dit leidde tot een verzoek tot verschoning van de rechter, dat op 13 november 2025 werd ingediend. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren voor subjectieve partijdigheid van de rechter, maar dat de vrees voor objectieve partijdigheid gerechtvaardigd was. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen.