In deze zaak heeft eiser Jingdong Retail (Netherlands) B.V. gedagvaard, omdat hij meent dat Jingdong in strijd heeft gehandeld met de artikelen 12 en 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Eiser vordert een verklaring voor recht dat Jingdong deze artikelen overtreedt, volledige inzage in zijn persoonsgegevens, betaling van een immateriële schadevergoeding van € 1.500,-, buitengerechtelijke incassokosten van € 925,- exclusief btw, en vergoeding van de werkelijke proceskosten, inclusief € 900,- aan gemachtigdensalaris, met wettelijke rente en uitvoerbaar bij voorraad.
Jingdong heeft echter een incident opgeworpen en stelt dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat hij geen bestaande natuurlijke persoon zou zijn. Jingdong suggereert dat de gemachtigde van eiser de werkelijke eiser is. De kantonrechter kan op basis van de ingediende stukken niet vaststellen of eiser daadwerkelijk bestaat. Om dit te verifiëren, heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling gelast, waarbij eiser met legitimatie aanwezig moet zijn. De vorderingen van eiser zullen tijdens deze zitting nog niet inhoudelijk worden behandeld, en er is maximaal 30 minuten gereserveerd voor deze zitting.
De kantonrechter heeft de partijen gevraagd om uiterlijk op 3 december 2025 door te geven op welke ochtenden of middagen in de maanden december 2025, januari 2026 en februari 2026 zij niet beschikbaar zijn voor een zitting, en om hun e-mailadressen te verstrekken. Verdere beslissingen zijn aangehouden tot de volgende zitting.