Op 12 november 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in de zaak van een minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht is gesteld en uithuisgeplaatst. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd, maar voor een kortere periode dan verzocht. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een jaar te verlengen, maar de kinderrechter heeft besloten deze te verlengen tot 24 mei 2026. Dit besluit is genomen in het licht van de positieve veranderingen in de thuissituatie van de minderjarige, die inmiddels weer regelmatig bij de moeder verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks de positieve ontwikkelingen, er nog steeds een ernstige ontwikkelingsbedreiging bestaat voor de minderjarige. De kinderrechter heeft ook de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 24 mei 2026, om de zorg voor de minderjarige te waarborgen en de overgang naar een thuisplaatsing zorgvuldig te laten verlopen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De zaak wordt op 1 april 2026 pro forma behandeld, waarbij de betrokken partijen niet hoeven te verschijnen. De kinderrechter heeft de GI, de moeder en de vader verzocht om uiterlijk twee weken voor de pro forma datum een rapportage aan te leveren.