ECLI:NL:RBROT:2025:1342

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2025
Publicatiedatum
4 februari 2025
Zaaknummer
11281918 CV EXPL 24-21336
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van informatieverplichtingen in leaseovereenkomst auto

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Collect Car B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een leaseovereenkomst voor een auto, waarbij Collect Car vorderingen heeft op de gedaagde voor openstaande facturen ter hoogte van € 1.701,56. De gedaagde heeft erkend dat hij deze facturen niet heeft betaald en heeft verzocht om in termijnen te mogen betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de achterstallige facturen met rente en buitengerechtelijke incassokosten moet betalen, maar heeft de betalingsverplichting met 25% verminderd vanwege schending van informatieverplichtingen door Collect Car. De rechter heeft vastgesteld dat Collect Car niet aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan, zoals het niet tijdig informeren van de gedaagde over zijn ontbindingsrecht en de duur van de overeenkomst. Dit leidde tot de conclusie dat de betalingsverplichting van de gedaagde verminderd moest worden. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 1.276,17 aan Collect Car, evenals € 191,43 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Collect Car het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11281918 CV EXPL 24-21336
datum uitspraak: 31 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Collect Car B.V.,die handelt onder de naam
Greenwheels,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. drs. J.J.F.M. Konings,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Collect Car’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 juli 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de akte uitlating betalingsvoorstel van Collect Car, met één bijlage;
  • de rolbeslissing van 8 november 2024;
  • de antwoordakte van Collect Car.
1.2.
[gedaagde] heeft, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet meer gereageerd op de antwoordakte van Collect Car en heeft ook geen uitstel gevraagd.

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
Op 3 februari 2023 heeft [gedaagde] een overeenkomst met Collect Car gesloten, op grond waarvan op Collect Car de verplichting rust om auto’s aan [gedaagde] beschikbaar te stellen. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde] onder meer een maandelijks bedrag verschuldigd aan abonnementskosten en een ritprijs bij gebruik van een auto. Volgens Collect Car staan er nog facturen open, van in totaal € 1.701,56. Deze facturen hebben betrekking op abonnementskosten, ritkosten en administratiekosten voor parkeerboetes. Omdat [gedaagde] deze facturen, ondanks meerdere sommaties, niet heeft betaald, eist Collect Car in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om € 1.701,56, met rente en buitengerechtelijke incassokosten, aan haar te betalen.
2.2.
[gedaagde] heeft erkend dat de facturen niet betaald heeft en heeft aangevoerd het totale bedrag graag in delen te willen betalen. Hij heeft aangegeven op dit moment minstens € 250,- per maand te kunnen betalen.
2.3.
De kantonrechter bepaalt dat [gedaagde] de achterstallige facturen met rente en buitengerechtelijke incassokosten moet betalen, maar vermindert de betalingsverplichting van [gedaagde] met 25%. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] moet de facturen aan Collect Car betalen
2.4.
[gedaagde] heeft niet betwist de door Collect Car gestuurde facturen te hebben ontvangen en heeft ook geen verweer gevoerd tegen de hoogte van de facturen. Dat betekent in beginsel dat [gedaagde] de facturen alsnog aan Collect Car moet betalen. Het totaalbedrag van de facturen bedroeg aanvankelijk € 1.751,56. Collect Car heeft in haar antwoordakte uitgelegd dat zij de door [gedaagde] betaalde borgsom van € 50,- met dat totaalbedrag heeft verrekend. [gedaagde] heeft niet meer op die nadere uitleg van Collect Car gereageerd, zodat de kantonrechter van de juistheid daarvan zal uitgaan. Dit leidt er toe dat er nog een hoofdsom openstaat van € 1.701,56, waarvan door Collect Car betaling wordt geëist.
Collect Car heeft niet aan al haar informatieverplichtingen voldaan
2.5.
De overeenkomst is gesloten op afstand tussen een handelaar en consument, omdat deze via een website is aangegaan. Bij of voorafgaand aan het sluiten van zo’n overeenkomst moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken (artikel 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek) en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief.
2.6.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting (Hoge Raad 12 november 2023, ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.7.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor deze schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn opgesteld. Deze is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Deze houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen, samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichtingen om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.8.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken. Er wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager.
Vooraf onvoldoende geïnformeerd over het ontbindingsrecht
2.9.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat hij het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldoende dat de consument erop wordt gewezen dat hij dit recht heeft. Niet voldoende is dat deze informatie ergens op de website of in de algemene voorwaarden staat. In dat geval is de consument niet op een voldoende duidelijke wijze gewezen op de informatie. De consument moet tijdens het bestelproces op dit recht worden gewezen, zonder dat hij zelf naar de informatie op zoek moet. Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
Vooraf onvoldoende geïnformeerd over de duur van de overeenkomst en de opzegtermijn na verlenging
2.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Informatie over de duur van de overeenkomst en de vraag of de overeenkomst vanzelf eindigt of juist doorloopt moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Informatie over de wijze van opzeggen na het verstrijken van de eerste periode mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen. Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder o BW is geschonden.
De informatie is onvoldoende bevestigd op een duurzame gegevensdrager
2.11.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. In het modelforumlier moeten de contactgegevens van Collect Car zijn genoemd. Collect Car heeft niet aan deze informatieverplichting voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
[gedaagde] moet de hoofdsom voor 75% betalen
2.12.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schending van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van drie voldoende ernstige schendingen.
2.13.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] in totaal een bedrag van € 1.276,17 aan Collect Car verschuldigd is (75% van € 1.701,56). [gedaagde] wordt veroordeeld dat bedrag aan Collect Car te betalen.
[gedaagde] moet € 191,43 aan buitengerechtelijke incassokosten betalen
2.14.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 191,43 toegewezen. Aan de voorwaarden om een vergoeding voor deze kosten te krijgen is voldaan (artikel 6:96 BW). Wel zijn de buitengerechtelijke incassokosten alleen berekend over het bedrag dat is toegewezen. Collect Car eist dat [gedaagde] ook de btw over deze kosten betaalt, maar uit de brief van 17 juli 2023, waarmee [gedaagde] de kans heeft gekregen om alsnog zonder extra kosten te betalen, blijkt niet (duidelijk) wat het totaalbedrag is van de vergoeding en de btw. Dat is wel vereist. Daarom wordt de btw afgewezen.
[gedaagde] moet de rente betalen
2.15.
De rente wordt toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de datum van verzuim, omdat Collect Car genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.16.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Collect Car moet betalen op € 113,54 aan dagvaardingskosten, € 372,- aan griffierecht,
€ 306,- aan salaris voor de gemachtigde (1,5 punten x € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 893,54. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
De kantonrechter kan geen betalingsregeling vastleggen in dit vonnis
2.17.
Collect Car heeft aangevoerd dat zij positief staat tegenover het voorstel van [gedaagde] om een betalingsregeling te treffen, maar dat zij de vrees heeft dat [gedaagde] zich niet aan een regeling zal houden. Daarom heeft Collect Car geprobeerd met [gedaagde] in overleg te treden om de betalingsregeling schriftelijk vast te leggen. Collect Car heeft onweersproken gesteld dat het niet is gelukt een betalingsregeling te treffen en zij heeft verzocht vonnis te wijzen. Omdat Collect Car geen toestemming heeft gegeven kan de kantonrechter geen betalingsregeling vaststellen in dit vonnis (artikel 6:29 BW). [gedaagde] kan wel contact opnemen met de gemachtigde van Collect Car om te vragen of - en zo ja onder welke voorwaarden - Collect Car alsnog een betalingsregeling wil afspreken.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.18.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Collect Car dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Collect Car te betalen € 1.467,60 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 1.276,17 vanaf de datum waarop [gedaagde] met de betaling van de betreffende facturen in verzuim is tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Collect Car worden begroot op € 893,54 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
44487