ECLI:NL:RBROT:2025:13410

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
19 november 2025
Zaaknummer
10/708173 HA RK 25-994
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap

Op 6 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een vereffenaar op grond van artikel 4:204 lid 1 BW. Verzoekster, Mogelijk Plus B.V., heeft verzocht om mr. P.C. Nieuwenhuizen te benoemen tot vereffenaar van de nalatenschap van de heer [erflater], die op [oeverlijdensdatum] is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap onbeheerd is, aangezien de erfgenamen, [naam kind 1], [naam kind 2] en [naam kind 3], de nalatenschap hebben verworpen. Hierdoor is er voldoende belang om een vereffenaar te benoemen, zodat de nalatenschap kan worden beheerd en schulden kunnen worden voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat zij vorderingen op de nalatenschap heeft verkregen via hypotheekakten. De rechtbank heeft mr. P.C. Nieuwenhuizen benoemd tot vereffenaar en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens is de vereffenaar opgedragen de benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant en de griffier is verzocht de benoeming in te schrijven in het boedelregister.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/708173/HA RK 25-994
Beschikking van 6 november 2025
in de zaak van
Mogelijk Plus B.V.,
vestigingsplaats: Breukelen,
verzoekster,
advocaat: mr. P.C. Nieuwenhuizen, Amsterdam.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 9 oktober 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoek om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW, met bijlagen.
1.2.
Omdat verzoekster geen behoefte heeft aan een mondelinge behandeling en de rechtbank geen vragen heeft, doet de rechtbank zonder mondelinge behandeling uitspraak.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekster vraagt de rechtbank om mr. P.C. Nieuwenhuizen te benoemen tot vereffenaar in de nalatenschap van de heer [erflater] (hierna: erflater), die op [oeverlijdensdatum] is overleden in de gemeente [gemeente] .
De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
Toetsingskader
2.2.
Als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, wat hier het geval is, dan kan de rechtbank een vereffenaar benoemen op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer er geen erfgenamen zijn, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten. [1]
2.3.
Erflater heeft bij testament van 23 juni 1983 over zijn nalatenschap beschikt en -voor het geval hij ten tijde van zijn overlijden met haar gehuwd zou zijn - zijn toenmalige echtgenote, [persoon A] , tot erfgename en executeur testamentair benoemd. Uit het huwelijk met [persoon A] zijn twee kinderen geboren, [naam kind 1] en [naam kind 2] .
Erflater was op het moment van overlijden ongehuwd en niet als partner geregistreerd. Tot zijn nalatenschap zijn daarom gerechtigd zijn (klein)kinderen. Uit het afschrift boedelregister van 24 september 2025 blijkt dat [naam kind 1] , [naam kind 2] en [naam kind 3] op respectievelijk 14 februari 2025 en 14 augustus 2025 de nalatenschap van erflater hebben verworpen. Als gevolg daarvan is de nalatenschap onbeheerd.
2.4.
Verzoekster stelt dat zij als belanghebbende is aan te merken, omdat zij een vordering op de nalatenschap heeft verkregen. Op grond van een hypotheekakte van 4 juli 2019 heeft [persoon B] een hypothecaire financiering voor een bedrag van € 97.000,- verstrekt aan erflater. Bij hypotheekakte van dezelfde datum hebben [persoon C] en [persoon D] (hierna: [persoon C] c.s.) een hypothecaire financiering voor een bedrag van € 90.000,- verstrekt aan erflater. Op grond van de hypotheekakten werd door erflater een recht van hypotheek gegeven aan [persoon B] op het bedrijfspand aan de [adres 1] in Ridderkerk en aan [persoon C] c.s. op het bedrijfspand aan de [adres 2] in Ridderkerk.
Bij factoringovereenkomsten/akten van cessie van 4 juli 2019 hebben [persoon B] en [persoon C] c.s. hun vorderingen op [erflater] overgedragen aan verzoekster.
Per 7 mei 2025 heeft verzoekster vorderingen op erflater van respectievelijk € 85.325,22 en € 92.737,72. Verzoekster is op die grond schuldeiser van de nalatenschap.
2.5.
Verzoekster stelt dat zij er belang bij heeft dat de bedrijfspanden onderhands worden verkocht, zodat zij zich kan verhalen op de verkoopopbrengsten om daarmee de vorderingen (gedeeltelijk) voldaan te krijgen. Daarnaast hebben ook andere schuldeisers van de nalatenschap baat bij een onderhandse verkoop.
De rechtbank is van oordeel dat verzoekster belang heeft bij het verzoek.
Er is een belang om een vereffenaar te benoemen
2.6.
Er is voldoende belang om een vereffenaar te benoemen, want de nalatenschap van erflater is onbeheerd. Een vereffenaar heeft juist tot taak om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen. Een vereffenaar heeft verder ook als taak om een nader erfgenamenonderzoek te verrichten, zodat er voldoende belang is om een vereffenaar te benoemen.
2.7.
De rechtbank zal mr. P.C. Nieuwenhuizen, die bereid is om als vereffenaar op te treden, benoemen tot vereffenaar. De vereffenaar moet de benoeming bekend maken in de (digitale) Staatscourant.
2.8.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
benoemt mr. P.C. Nieuwenhuizen, verbonden aan Nexus Advocaten, kantoorhoudende aan de Barbara Strozzilaan 201, 1083 HN Amsterdam, tot vereffenaar van de nalatenschap van:
[erflater], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , en overleden op [geboorteplaats] in de gemeente [gemeente] ;
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam op de hoogte te stellen van deze benoeming.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2025.
3092

Voetnoten

1.Artikel 204 lid 1 BW