In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, hebben eisers, [eiseres] en [eiser], een vordering ingesteld tegen hun buren, [gedaagde 1] c.s., en de aannemer, [afkorting gedaagde 3], wegens schade die is ontstaan tijdens bouwwerkzaamheden. De eisers stellen dat de aannemer zonder overleg een omkasting voor afvoerbuizen heeft verwijderd, wat heeft geleid tot lekkage in hun woning. De eisers vorderen een schadevergoeding van € 4.219,50, inclusief buitengerechtelijke kosten en kosten voor schadevaststelling.
De gedaagden, [gedaagde 1] c.s., erkennen dat er schade is ontstaan, maar betwisten hun aansprakelijkheid en wijzen naar de aannemer als enige verantwoordelijke. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aannemer ondeugdelijk werk heeft geleverd en dat de gedaagden als opdrachtgevers aansprakelijk zijn voor de schade die de eisers hebben geleden. De kantonrechter heeft de vordering van de eisers toegewezen en de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de gevorderde schadevergoeding, inclusief rente en proceskosten. De procedure tegen de aannemer is geschorst wegens faillissement, waardoor de eisers hun vordering tegen de aannemer niet verder kunnen vervolgen zonder goedkeuring van de curator.