Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..[gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2025, met producties 1E-12E;
- de brieven van 9 september 2025 van de kant van [eiseres] , met producties 13E-14E;
- de pleitaantekeningen van de kant van [eiseres] .
2.De feiten
koper en verkoper zijn overeengekomen dat eigenaar van perceel sectie B nummer [perceelnummer 2] ( [adres 2] ) op de minst bezwarende manier en zo min mogelijk gebruik mag maken van de (achter) uitgang aan de [adres 1] (…)” In het verlengde daarvan is in de vervolgens gepasseerde akte van levering van 3 december 2012 een erfdienstbaarheid van die strekking opgenomen.
3.Het geschil
- gedaagden te veroordelen om mee te werken aan de totstandkoming en inschrijving van een notariële akte tot wijziging van de erfdienstbaarheid van overpad conform het vonnis van 24 mei 2023 van de rechtbank Rotterdam, met bepaling dat, voor het geval gedaagden niet medewerken, het te wijzen vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats treedt van die medewerking, toestemming danwel handtekening, subsidiair gedaagden tot medewerking te veroordelen op straffe van een dwangsom;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten.
4.De beoordeling
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
[3820;1729]