Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 (drie) jaar, met oplegging van de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering in het rapport van 19 mei 2025 is geadviseerd, en de dadelijke uitvoerbaarheid van die bijzondere voorwaarden;
- als bijkomende straf ex artikel 28 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van het beroep om als hulp- of zorgverlener in de gezondheidszorg en maatschappelijke zorg werkzaam te zijn of andersoortige functies of werkzaamheden te verrichten waarin personen (mede) aan zijn zorg zijn toevertrouwd voor de duur van 5 (vijf) jaar;
- onttrekking aan het verkeer van een in beslag genomen laptop en teruggave van de onder de verdachte in beslag genomen overige persoonlijke goederen.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeksde periode van
1 maart 2024 tot en met 30 juni 2024 te [plaats] ,
)met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2006), van wie hij
, verdachte,wist dat deze aan een zodanige
psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/ofverstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer]
niet ofonvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het
(meermalen
)
/of
/of
of omstreeksde periode van 1 juli 2024 tot en met 7 januari 2025 te [plaats] ,
gemeente [gemeente] (meermalen
)met [slachtoffer]
een of meerseksuele handelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten het
(meermalen
)
/of
/of
/of
/ofeen borstel in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen en
/of
/of
, verdachte,wist
, althans ernstige reden had om te vermoedendat bij die [slachtoffer] daartoe de wil ontbrak en
, verdachte,werkzaam was in een instelling voor maatschappelijke zorg en het feit werd begaan jegens een persoon die aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd en die persoon in die instelling was opgenomen
of werd behandeld;
of omstreeksde periode van 1 juli 2024 tot en met 7 januari 2025 te [plaats] ,
gemeente [gemeente] , (meermalen
)met [slachtoffer]
een of meerseksuele handelingen heeft verricht, te weten het
(meermalen
)
/of
/of
, verdachte,wist
, althans ernstige reden had om te vermoedendat bij die [slachtoffer] daartoe de wil ontbrak en
, verdachte,werkzaam was in een instelling voor maatschappelijke zorg en het feit werd begaan jegens een persoon die aan zijn waakzaamheid was toevertrouwd en die persoon in die instelling was opgenomen
of werd behandeld;.
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
5.Strafbaarheid feiten
met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
2.opzetverkrachting;
ontucht plegen met iemand die aan zijn waakzaamheid is toevertrouwd en die in een instelling is opgenomen, begaan door iemand die werkzaam is in de maatschappelijke zorg, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
het recht tot uitoefening van het beroep hulp- of zorgverlener in de gezondheidszorg en de maatschappelijke zorg, hieronder begrepen ook vrijwilligerswerkvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
€ 10.864,42 (zegge: tienduizend achthonderdvierenzestig euro en tweeënveertig eurocent), bestaande uit € 864,42 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 10.864,42(hoofdsom,
zegge: tienduizend achthonderdvierenzestig euro en tweeënveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 10.864,42 (zegge: tienduizend achthonderdvierenzestig euro en tweeënveertig eurocent)niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
89 (negenentachtig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;