ECLI:NL:RBROT:2025:13011

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
10 november 2025
Zaaknummer
C/10/705756 / HA RK 25-849
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met meerdere erfgenamen

Op 27 augustus 2025 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Rotterdam om een vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:203 lid 1 onder a BW. De rechtbank heeft op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Verzoeker, die erfgenaam is van de overledene, vroeg om mr. A. Brandse als vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat drie erfgenamen niet hebben gereageerd op het verzoek en dat de overige erfgenamen een volmacht hebben gegeven aan mr. A. Brandse. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat er een belang is om een vereffenaar te benoemen, aangezien de nalatenschap anders onbeheerd zou blijven. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. A. Brandse benoemd tot vereffenaar. De benoeming is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vereffenaar moet de benoeming bekendmaken in de Staatscourant. De rechtbank heeft ook verzocht om de benoeming in te schrijven in het boedelregister.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/705756 / HA RK 25-849
Beschikking van 17 oktober 2025
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
verzoeker,
advocaat mr. N.V.T. Cremers te Roermond.
Belanghebbenden:
[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2] ,
[belanghebbende 3] ,
[belanghebbende 4] ,
[belanghebbende 5] ,
[belanghebbende 6] ,
[belanghebbende 7] ,
[belanghebbende 8] ,
[belanghebbende 9] ,
[belanghebbende 10] ,
[belanghebbende 11] ,
[belanghebbende 12] ,
[belanghebbende 13] ,
[belanghebbende 14] ,
[belanghebbende 15] ,
[belanghebbende 16] ,
[belanghebbende 17] ,
[belanghebbende 18] ,
[belanghebbende 19] ,
[belanghebbende 20] ,
[belanghebbende 21] ,
[belanghebbende 22] ,
[belanghebbende 23] ,
[belanghebbende 24] ,
[belanghebbende 25] ,
[belanghebbende 26] ,
[belanghebbende 27] ,
[belanghebbende 28] ,
[belanghebbende 29] ,
[belanghebbende 30] ,
[belanghebbende 31] ,
[belanghebbende 32] ,
[belanghebbende 33] ,
[belanghebbende 34] ,
[belanghebbende 35] ,
[belanghebbende 36] ,
[belanghebbende 37] ,
[belanghebbende 38] ,
[belanghebbende 39] ,
[belanghebbende 40] ,
[belanghebbende 41] ,
[belanghebbende 42] ,
[belanghebbende 43]
[belanghebbende 44] ,
[belanghebbende 45] .

1.Het procesverloop

1.1.
Op 27 augustus 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift, met producties, van verzoeker om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 lid 1 onder a BW.
1.2.
De griffier heeft bij aangetekende brieven van 29 augustus 2025 aan belanghebbenden 11, 14 en 27 gevraagd of zij verweer willen voeren tegen het ingekomen verzoekschrift. Deze belanghebbenden hebben niet gereageerd. De overige belanghebbenden hebben een volmacht gegeven aan mr. A. Brandse tot onder meer vereffening van de nalatenschap en worden daarom geacht met het verzoek in te stemmen.
1.3.
Omdat belanghebbenden 11, 14 en 27 niet hebben aangegeven verweer te willen voeren en verzoeker heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoeker vraagt om mr. A. Brandse tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van mevrouw [persoon A] (hierna: de overledene), die op [overlijdensdatum] is overleden in Rotterdam. De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenoemde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een erfgenaam (artikel 4:203 lid 1 onder a BW).
2.3.
Verzoeker is erfgenaam van de overledene, zodat aan deze voorwaarde is voldaan. Wie erfgenaam is van de overledene volgt in beginsel uit een testament. De overledene heeft echter volgens het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister geen testament opgemaakt, zodat op grond van de regels die in de wet staan beoordeeld moet worden wie de erfgenamen zijn. Op grond van artikel 4:10 lid 1 onder a BW zijn dit de echtgenoot/geregistreerd partner en de kinderen. De overledene was echter toen zij overleed niet getrouwd of geregistreerd als partner en heeft ook geen kinderen achtergelaten. Dit betekent dat de ouders van de overledene samen met haar (half)broers en (half)zussen erfgenamen zijn (artikel 4:10 lid 1 onder b BW). Verzoeker is de broer van de overledene, zodat hij een van haar erfgenamen is. De andere erfgenamen van de overledene zijn op grond van plaatsvervulling de (klein)kinderen van haar (half)broers en (half)zussen, omdat de ouders van de overledene en haar andere (half)broers en (half)zussen al zijn overleden. Dit zijn de 45 belanghebbenden.
2.4.
Aan de voorwaarde van beneficiaire aanvaarding is ook voldaan, want verzoeker heeft op 2 mei 2025 samen met belanghebbenden 1 t/m 10, 12, 13, 16 t/m 26, 28 t/m 45 de nalatenschap beneficiair aanvaard. Belanghebbenden 11, 14 en 27 hebben geen keuze uitgebracht, ondanks daartoe wel meerdere keren in de gelegenheid te zijn gesteld. Op grond van artikel 4:192 lid 4 BW worden zij geacht de nalatenschap ook beneficiair te hebben aanvaard. [persoon B] (een neef van de overledene) heeft de nalatenschap van de overledene volgens het boedelregister verworpen, waardoor hij geen erfgenaam is en in deze procedure ook niet als belanghebbende is aangemerkt.
2.5.
Verzoeker heeft voldoende toegelicht dat hij er een belang bij heeft als een vereffenaar wordt benoemd, omdat de nalatenschap door de beneficiaire aanvaarding door alle erfgenamen gezamenlijk moet worden vereffend en dat op dit moment niet mogelijk is omdat belanghebbenden 11, 14 en 27 niet reageren en evenmin bereid zijn om een volmacht te verlenen aan mr. A. Brandse om de nalatenschap namens de erfgenamen te vereffenen. De nalatenschap is hierdoor onbeheerd. Er is dus een belang om een vereffenaar te benoemen die tot taak heeft om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen.
2.6.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Op grond van artikel 4:206 lid 1 BW moet de rechtbank echter, voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen van de overledene, de executeur en de boedelnotaris horen voordat zij beslist op het verzoek om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft daarom bij brieven 29 augustus 2025 aan belanghebbenden 11, 14 en 27 gevraagd of zij verweer willen voeren en in deze brief vermeld dat de zaak schriftelijk zal worden afgedaan als zij niet reageren. Belanghebbenden 11, 14 en 27 hebben niet gereageerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat zij geen verweer willen voeren. De andere belanghebbenden heeft de rechtbank niet aangeschreven, omdat, zoals al overwogen, uit hun volmacht tot beneficiaire aanvaarding met volmacht afwikkeling nalatenschap volgt dat zij ermee akkoord gaan dat de nalatenschap door mr. A. Brandse (de voorgestelde vereffenaar) wordt afgewikkeld, waaruit de rechtbank opmaakt dat zij geen bezwaar hebben tegen toewijzing van het verzoek.
2.7.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoeker voorgestelde vereffenaar, mr. A. Brandse, tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.8.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
mr. Anne Brandse(kandidaat-notaris bij notariskantoor Roerdalen B.V., Schaapsweg 36, 6077 CG te Sint Odiliënberg) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[persoon A],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
laatstelijk wonende in Schiedam,
overleden op [overlijdensdatum] in Rotterdam,
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2025.
3120