ECLI:NL:RBROT:2025:1300
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en ongeldig verklaring rijbewijs na gevaarlijk rijgedrag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en de ongeldig verklaring van het rijbewijs van eiser. Eiser, woonachtig in Schiedam, had een cursus opgelegd gekregen door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) vanwege gevaarlijk rijgedrag, zoals vastgesteld door de politie. Het CBR had op basis van een proces-verbaal van de politie en camerabeelden besloten om het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren, omdat hij de kosten van de cursus niet tijdig had betaald. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn rijbewijs tijdelijk weer kon gebruiken.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 23 januari 2025, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het CBR aanwezig waren. De rechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang was om de verzoeken inhoudelijk te beoordelen. Na beoordeling van de feiten, waaronder het proces-verbaal en de camerabeelden, concludeerde de voorzieningenrechter dat het CBR terecht had gehandeld. Eiser had zich schuldig gemaakt aan meerdere verkeersovertredingen, waaronder gevaarzettend rijgedrag en het niet betalen van de cursuskosten. De voorzieningenrechter heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard en de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat eiser eerst de cursus moet volgen voordat hij zijn rijbewijs weer kan gebruiken. De uitspraak benadrukt het belang van verkeersveiligheid en de noodzaak voor gedragsverandering van de betrokken bestuurder.