Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekers, bijgestaan door hun advocaat;
- de moeder.
2.De vaststaande feiten
[minderjarige].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 november 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot gezamenlijk gezag over een minderjarige, ingediend door de vader en de oma van het kind. De vader en de oma, beiden woonachtig in [plaats], hebben verzocht om gezamenlijk belast te worden met het gezag over de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats]. De vader heeft het kind erkend en is sinds 10 juni 2021 belast met het ouderlijk gezag. De moeder, die ook belanghebbende is in deze zaak, woont eveneens in [plaats]. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 november 2025, waarbij de moeder aanwezig was, maar de Raad voor de Kinderbescherming niet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader en de oma sinds 10 maart 2022 gezamenlijk de zorg voor de minderjarige hebben gehad, wat voldoet aan de wettelijke vereisten voor gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind verwaarloosd zouden worden bij toewijzing van het verzoek. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat de vader en de oma gezamenlijk met het gezag over de minderjarige worden belast. Tevens is bepaald dat van deze beslissing aantekening wordt gemaakt in het openbare gezagsregister.