ECLI:NL:RBROT:2025:12917

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
Zaaknummer: C/10/706898 / JE RK 25-1928
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige door de kinderrechter in Rotterdam

Op 22 oktober 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2010. De Raad verzocht om de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], onder toezicht te stellen voor de duur van negen maanden. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag en wonen in [woonplaats]. De kinderrechter heeft de procedure op 22 oktober 2025 gevoerd, waarbij de ouders niet aanwezig waren, maar de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond wel. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] al langere tijd in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, onder andere door schoolverzuim en middelengebruik. Ondanks de inzet van hulpverlening in een vrijwillig kader, blijkt het voor de ouders moeilijk om [voornaam minderjarige] te begrenzen. De kinderrechter oordeelt dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om te voorkomen dat het gezin terugvalt in oude patronen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling gaat in op 22 oktober 2025 en duurt tot 22 juli 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/706898 / JE RK 25-1928
Datum uitspraak: 22 oktober 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder] en [naam vader],
hierna te noemen: de moeder en de vader, tezamen te noemen: de ouders,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift van de Raad met bijlagen, ontvangen op 18 september 2025;
  • het e-mailbericht van de vader van 10 oktober 2025, ontvangen op dezelfde datum.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2025. Daarbij waren aanwezig:
- een vertegenwoordiger van de Raad, [persoon A] .
De vader, de moeder en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna te noemen: de GI) zijn niet verschenen. De vader heeft zichzelf en zijn vrouw via zijn bericht van 10 oktober jl. afgemeld voor de zitting. De kinderrechter stelt vast dat de GI wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft geen mening gegeven.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] woont bij zijn ouders.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van negen maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. De Raad vindt een ondertoezichtstelling nodig om de hulpverlening die er al in zit verder door te zetten, bepaalde zaken te regelen die nu niet geregeld worden en de ouders en [voornaam minderjarige] weer in hun kracht te zetten. Het is fijn te horen dat het MST-traject loopt en positief lijkt te werken. Toch zijn er ook nog zorgen over [voornaam minderjarige] . Vooral op het gebied van school en middelengebruik. De komende negen maanden kan hopelijk een persoonlijkheidsonderzoek bij [voornaam minderjarige] worden afgenomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] al langere periode ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] gaat niet naar school, gebruikt regelmatig cannabis en heeft last van sombere gevoelens. Daarnaast loopt [voornaam minderjarige] vaak weg van huis zonder te laten weten waar hij is en met wie hij is. Dit vergroot de kans op contacten in het criminele circuit. Hoewel de ouders bereid zijn mee te werken en graag willen dat het weer beter gaat met [voornaam minderjarige] in de thuissituatie, lukt het de ouders in het vrijwillige kader onvoldoende om [voornaam minderjarige] te begrenzen en op te voeden. Op dit moment loopt een MST-traject van de Viersprong waarbij er gedurende vijf maanden drie keer per week een therapeut thuis langskomt. De vader geeft in zijn e-mailbericht aan dat dit effect lijkt te hebben. [voornaam minderjarige] vertoont minder recalcitrant gedrag en houdt zich beter aan de afspraken. Ondanks deze prille voortuitgang acht de kinderrechter hulpverlening in een gedwongen kader, door middel van een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] , noodzakelijk om het gezin passende hulp en ondersteuning te bieden en om de positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen. De komende periode kan met hulp van een jeugdbeschermer een persoonlijkheidsonderzoek bij [voornaam minderjarige] worden afgenomen om meer zicht te krijgen op de onderliggende problemen van [voornaam minderjarige] . Het is van belang dat de jeugdbeschermer de regie heeft om te bewerkstelligen dat de in gang gezette positieve lijn wordt doorgezet. De ontwikkeling van [voornaam minderjarige] heeft al te lang in een negatieve spiraal gezeten en het risico moet worden vermeden dat het gezin terugvalt in oude patronen.
5.3.
De ondertoezichtstelling is daarom in dit geval nodig. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van negen maanden.
5.4.
De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 22 oktober 2025 tot 22 juli 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2025 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van S.M.J. van de Griend als griffier, en op schrift gesteld op 5 november 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.