In deze zaak, die zich afspeelt in de autosportwereld, heeft de rechtbank Rotterdam op 17 september 2025 uitspraak gedaan over een geschil tussen een eiser en meerdere gedaagden, waaronder eenmanszaak [eenmanszaak X]. De eiser, een onderneming actief in de autosport, stelde dat er een overeenkomst was gesloten met [gedaagde 1] c.s. voor het seizoen 2024, waarbij [gedaagde 3] zou racen voor het team van de eiser. De rechtbank oordeelde dat er inderdaad een overeenkomst tot stand was gekomen en dat deze niet rechtsgeldig was ontbonden door de gedaagden. De rechtbank wees de vordering van de eiser toe, waarbij werd vastgesteld dat [gedaagde 4] aansprakelijk was voor de schade die de eiser had geleden door de niet-nakoming van de overeenkomst. De rechtbank verwees de zaak naar de schadestaatprocedure om de exacte schadevergoeding vast te stellen. Tevens werden de gedaagden veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten aan de eiser. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een overeenkomst van opdracht kan worden ontbonden en de aansprakelijkheid van partijen in het geval van niet-nakoming.