ECLI:NL:RBROT:2025:12813

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
11834152 VZ VERZ 25-5602
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsbeschikking inzake voorlopig getuigenverhoor in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. O. Arslan, stelt schade te hebben opgelopen tijdens haar werkzaamheden voor Schakenbosch Zorg voor Jeugdigen B.V., verweerster in deze procedure, vertegenwoordigd door mr. K. Aantjes. Verzoekster heeft op 12 augustus 2025 een verzoekschrift ingediend, waarin zij verzoekt om een voorlopig getuigenverhoor. Schakenbosch heeft echter primair aangevoerd dat de kantonrechter te Rotterdam niet bevoegd is om deze zaak te behandelen.

De kantonrechter heeft zich vervolgens onbevoegd verklaard en de zaak doorverwezen naar de kantonrechter te Den Haag. De reden hiervoor is dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor moet worden gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn om de zaak te behandelen, wat in dit geval de kantonrechter te Den Haag is. Dit is gebaseerd op het feit dat de schade die verzoekster stelt te hebben opgelopen, zich heeft voorgedaan in de gemeente Leidschendam-Voorburg, waar Schakenbosch is gevestigd. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat verzoekster niet de woon- of verblijfplaatsen van de getuigen heeft vermeld, waardoor het niet mogelijk was om te beoordelen of deze getuigen binnen het rechtsgebied van de rechtbank Rotterdam wonen.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak wordt doorverwezen naar de rechtbank Den Haag voor verdere behandeling. De griffier is opgedragen om de processtukken en een afschrift van deze beschikking te sturen naar de griffier van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S.H. Poiesz.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11834152 VZ VERZ 25-5602
datum uitspraak: 8 oktober 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
woonplaats: [woonplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. O. Arslan,
tegen
Schakenbosch Zorg voor Jeugdigen B.V.,
vestigingsplaats: Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,
verweerster,
gemachtigde: mr. K. Aantjes.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster] ’ en ‘Schakenbosch’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 12 augustus 2025), met bijlagen
  • het verweerschrift, met bijlagen;
  • de e-mail van de gemachtigde van [verzoekster] van 15 september 2025.

2.De beoordeling

Verwijzing
2.1.
[verzoekster] stelt dat zij schade opgelopen heeft in de uitoefening van haar werkzaamheden voor Schakenbosch. In verband hiermee wil zij dat de kantonrechter een voorlopig getuigenverhoor beveelt (artikel 196 Rv).
2.2.
Schakenbosch voert primair aan dat de kantonrechter te Rotterdam niet bevoegd is.
2.3.
De kantonrechter verklaart zich niet bevoegd en verwijst de zaak naar de kantonrechter te Den Haag. Dit om de volgende redenen.
2.4.
Het verzoek om voorlopig getuigenverhoor kan worden gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de zaak kennis te nemen als deze aanhangig wordt gemaakt [1] . Dat is in dit geval de kantonrechter te Den Haag [2] . Het verzoek heeft immers betrekking op een bij dagvaarding in te leiden arbeidsgeding over aansprakelijkheid van Schakenbosch als werkgever voor schade opgelopen door [verzoekster] als werknemer tijdens haar werk voor Schakenbosch. Zulke zaken worden door de kantonrechter behandeld en beslist [3] . Bevoegd is de rechter van de woonplaats van de gedaagde [4] of van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht [5] . Schakenbosch is gevestigd in de gemeente Leidschendam-Voorburg en volgens [verzoekster] heeft zij de gestelde schade daar opgelopen tijdens haar werk voor Schakenbosch op de locatie in Leidschendam. Dat leidt tot de conclusie dat de kantonrechter te Den Haag (locatie Den Haag) de bevoegde rechter is in de arbeidszaak, want de gemeente Leidschendam-Voorburg ligt in het arrondissement van rechtbank Den Haag (Regio Den Haag).
2.5.
Het verzoek om voorlopig getuigenverhoor kan ook worden gedaan aan de rechter tot wiens absolute bevoegdheid de zaak behoort en binnen wiens rechtsgebied degenen van wie informatie wordt verlangd, of het grootste aantal van hen, woonplaats hebben of, als zij geen bekende woonplaats in Nederland hebben, werkelijk verblijven [6] . Omdat [verzoekster] niet de woon- of verblijfplaatsen heeft vermeld van de personen die zij als getuigen zou willen horen, heeft de kantonrechter niet kunnen beoordelen of die getuigen wonen of verblijven in het rechtsgebied van de rechtbank Rotterdam. Waarschijnlijk is dat niet zo nu
[verzoekster] in voormelde e-mail gevraagd heeft de zaak door te verwijzen naar de rechtbank Den Haag.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek;
3.2.
verwijst de zaak naar de rechtbank Den Haag voor behandeling door de kantonrechter daar;
3.3.
draagt de griffier op de processtukken en een afschrift van deze beschikking te doen toekomen aan de griffier van de kantonrechter van rechtbank Den Haag.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
465

Voetnoten

1.Artikel 197 Rv, eerste zin.
2.Artikel 262, aanhef en onder b, Rv gelezen in samenhang met de artikelen 99 en 100 Rv.
3.Artikel 93, aanhef en onder c, Rv.
4.Artikel 99 Rv.
5.Artikel 100 Rv.
6.Artikel 197 Rv, tweede zin.