Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij verzoekster, een natuurlijke persoon, een dwangakkoord heeft aangevraagd. Verzoekster heeft op 17 juni 2025 een verzoek ingediend om toepassing van de schuldsaneringsregeling en heeft daarbij een voorstel gedaan voor een schuldregeling aan haar schuldeisers. Dit voorstel houdt in dat verzoekster 0% aan de preferente en concurrente schuldeisers aanbiedt, wat door de meeste schuldeisers is aanvaard, behalve door H.A. de Boers Vastgoed B.V., die een aanzienlijk deel van de schuldenlast vertegenwoordigt. Tijdens de zitting op 13 oktober 2025 is gebleken dat verzoekster inmiddels een baan heeft en dat haar afloscapaciteit is gewijzigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat de belangen van verzoekster en de schuldeisers die instemden met het voorstel zwaarder wegen dan die van Boers Vastgoed. De rechtbank heeft daarom Boers Vastgoed bevolen in te stemmen met de schuldregeling en het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De kosten van de procedure zijn op nihil begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.