ECLI:NL:RBROT:2025:12530

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
10-308344-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over kinderpornografie en dierenporno met voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het voorhanden hebben en verspreiden van kinderpornografische en dierenpornografische afbeeldingen. De verdachte had gedurende een periode van 17 april 2024 tot en met 3 oktober 2024 verschillende afbeeldingen en video's in zijn bezit gehad, waarvan de leeftijd van de afgebeelde kinderen varieerde van onder de 12 jaar tot 16 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de ten laste gelegde feiten en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte door zijn handelen bijdroeg aan de markt voor kinderporno en dierenporno, hoewel hij zelf geen kinderen of dieren had misbruikt. De verdachte had openheid gegeven over zijn persoonlijke situatie en verklaarde dat hij zich had laten meeslepen in chats op Telegram en Instagram, zonder doelbewust op zoek te zijn naar kinderporno. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling, om de kans op herhaling te verkleinen. De uitspraak is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank benadrukte het belang van preventie en begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank ROTTERDAM
Meervoudige kamer strafzaken
Parketnummer: 10-308344-24
Datum uitspraak: 22 oktober 2025
Datum zitting: 8 oktober 2025
Tegenspraak
Verdachte: [naam verdachte] ,
[geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] , ingeschreven op het adres: [adres] , [postcode] [woonplaats]
Advocaat van de verdachte: mr. J.J. van Santbrink
Officier van justitie: mr. M. Kruit

Tenlastelegging

De verdachte wordt door de officier van justitie beschuldigd van het voorhanden hebben en verspreiden van kinderporno en van het bezitten van dierenporno. De volledige beschuldiging houdt in dat de verdachte:
1.
hij in de periode van 17 april 2024 tot en met 3 oktober 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, in de periode van 17 april 2024 tot en met 30 juni 2024 afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken heeft verspreid, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft, en/of in de periode van 1 juli 2024 tot en met 3 oktober 2024,) een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken heeft verspreid, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, te weten
afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen (te weten een Asus laptop, met goednummer [beslagnummer 1] , een Oppo telefoon, met goednummer [beslagnummer 2] en een HP laptop, met goednummer [beslagnummer 3] ) waarop te zien is dat:
  • die persoon met zijn/haar hand het geslachtsdeel van een ander kind/persoon vasthoudt en/of aanraakt en/of die persoon het eigen geslachtsdeel met zijn/haar vinger en/of hand aanraakt (afbeelding 1 en 6) en/of
  • die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht (afbeelding 2, 3, 4 en 5).
2.
hij op of omstreeks 3 oktober 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland, een visuele weergave van een seksuele handeling, waarbij een mens en een dier waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, in bezit heeft gehad, te weten
afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen (te weten een Asus laptop, met goednummer [beslagnummer 1] , een Oppo telefoon, met goednummer [beslagnummer 2] en een HP laptop, met goednummer [beslagnummer 3] ), waarop te zien is dat:
  • een vrouw vaginaal wordt gepenetreerd door een hond en/of een paard en/of
  • een vrouw het geslachtsdeel van een paard vasthoudt en/of daaraan likt en/of in de mond neemt en/of
  • een vrouw haar geslachtsdeel laat likken door een hond
(afbeelding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 12).

Bewijs

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte:
1.
in de periode van 17 april 2024 tot en met 3 oktober 2024 te [plaats] , afbeeldingen en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken heeft verspreid, in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft, en/of een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, te weten
afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen waarop te zien is dat:
  • die persoon met haar hand het geslachtsdeel van een ander kind vasthoudt en/of aanraakt en/of die persoon het eigen geslachtsdeel met haar vinger en/of hand aanraakt en/of
  • die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past;
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht.
2.
op 3 oktober 2024 te [plaats] , een visuele weergave van een seksuele handeling, waarbij een mens en een dier waren betrokken, in bezit heeft gehad, te weten afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, waarop te zien is dat:
  • een vrouw vaginaal wordt gepenetreerd door een hond en een paard en
  • een vrouw het geslachtsdeel van een paard vasthoudt en daaraan likt en in de mond neemt en
  • een vrouw haar geslachtsdeel laat likken door een hond .
De bewezenverklaring is gebaseerd op de inhoud van de bewijsmiddelen. Dit verkorte vonnis bevat geen bewijsmiddelen. Als hoger beroep wordt ingesteld, zal het vonnis worden aangevuld met een bijlage met daarin de inhoud van de bewijsmiddelen.

Kwalificatie en strafbaarheid

Kwalificatie
De bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
1.
Periode 17 april 2024 tot en met 30 juni 2024
afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in het bezit hebben
en
Periode 1 juli 2024 tot en met 3 oktober 2024
het in bezit hebben en verspreiden van visuele weergaven van seksuele aard en met een onmiskenbaar seksuele strekking, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken;
2.
het in bezit hebben van visuele weergaven van een seksuele handeling waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken.
Strafbaarheid van de feiten en van de verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

Straf

Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat aan de verdachte een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen waarvan 89 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, moet worden opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Ernst en omstandigheden van de feiten
De verdachte heeft gedurende een periode kinderpornografische afbeeldingen en video’s in zijn bezit gehad op zijn telefoon en op enig moment ook verspreid via Instagram. De leeftijd van de afgebeelde kinderen varieerden van onder de 12 jaar oud tot tussen 12 en tot 16 jaar oud. De zichtbare seksuele gedragingen bestonden niet alleen uit het op een seksuele wijze poseren, maar ook uit het (laten) uitvoeren van ontuchtige handelingen. Daarnaast heeft de verdachte ook dierenpornografische afbeeldingen in zijn bezig gehad.
De verdachte heeft door te handelen als bewezenverklaard een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de markt voor kinderporno en dierenporno. Hoewel verdachte niet zelf kinderen of dieren heeft misbruikt, heeft hij daar wel indirect aan bijgedragen door foto’s en filmpjes in zijn bezit te hebben waarop dit te zien is en door zelf ook dergelijke foto te verspreiden.
Persoon en persoonlijke omstandigheden
-
Strafblad
Uit het strafblad (uittreksel justitiële documentatie) van 4 september 2025 blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten.
-
Rapport van de reclassering
De reclassering heeft een rapport over de verdachte opgemaakt,. Dit rapport houdt – samengevat en voor zover van belang – het volgende in. De reclassering schat het herhalingsgevaar als gemiddeld in. In de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene zijn delictgerelateerde risico’s aangetroffen op vlakken seksualiteit en psychosociaal functioneren alsmede meerdere problemen op andere leefgebieden die niet delictgerelateerd zijn. Gelet op de ingeschatte kans op een herhaling wordt bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling en vermijden digitale omgevingen.
Op de zitting heeft de verdachte openheid gegeven over zijn persoonlijke situatie waaronder ook zijn seksualiteit. Naar eigen zeggen heeft hij zich laten meesleuren in diverse chats in Telegram en Instagram en was hij nooit doelbewust op zoek naar kinderporno.
Passende straf
De rechtbank heeft gelet op straffen die rechters in soortgelijke zaken hebben opgelegd. Hieruit blijkt dat taakstraffen in combinatie met deels onvoorwaardelijke gevangenisstraffen worden opgelegd. In deze zaak zal daarvan worden afgeweken. De rechtbank is van oordeel dat met een straf die inhoudt dat de verdachte naar de gevangenis moet geen strafdoelen te behalen zijn. Ook zal een verblijf in detentie de persoonlijke situatie van de verdachte buiten proportioneel beïnvloeden.
De rechtbank legt een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Dit doet recht aan het strafdoel van (speciale) preventie. De voorwaardelijke gevangenisstraf biedt de verdachte de kans om het nu anders te gaan doen. Daarbij wordt hij geholpen door de algemene voorwaarde en de bijzondere voorwaarden. De algemene voorwaarde waarschuwt hem. Als hij weer een strafbaar feit pleegt, kan de voorwaardelijke gevangenisstraf alsnog ten uitvoer worden gelegd. Ook de bijzondere voorwaarden moeten de verdachte helpen om het niet opnieuw zover te laten komen. Ook als hij zich niet houdt aan deze bijzondere voorwaarden, kan de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf volgen.
De rechtbank verbindt aan de voorwaardelijke straf de bijzondere voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd met uitzondering van het gebod om digitale omgevingen te vermijden. De bijzondere voorwaarden zijn noodzakelijk om de kans op herhaling van het plegen van nieuwe strafbare feiten te verkleinen.

Wettelijke voorschriften

De oplegging van deze straf is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 240b, 252 en 254c lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De artikelen 240b en 252 zijn toegepast, zoals ze ten tijde van het bewezenverklaarde golden. De overige voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde deze uitspraak gelden.

Beslissingen

De rechtbank:
Bewezenverklaring
verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1 en 2 heeft gepleegd;
Kwalificatie en strafbaarheid
verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
Gevangenisstraf
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf van 2 maanden;
bepaalt dat
deze gevangenisstrafniet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar, waarbij tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke gedeelte van de straf kan worden beslist als de verdachte een van de onderstaande voorwaarden niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat:
- de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maakt;
stelt als bijzondere voorwaarden dat:
de veroordeelde meldt zich binnen de hem opgelegde termijn bij Reclassering Nederland te Rotterdam en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich behandelen door ambulant behandelcentrum Fivoor of polikliniek De Waag te Rotterdam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden genoemd onder 1 en 2 en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Hierbij gelden als voorwaarden dat de verdachte:
  • meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
  • meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.

Samenstelling rechtbank en ondertekening

Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. J.L.M. Boek en M.T.A. Ridder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Yenice, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 22 oktober 2025.
Mr. J.H. Janssen is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.