ECLI:NL:RBROT:2025:12519

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
C/10/703572 / JE RK 25-1488
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

Op 20 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd door gedragsproblematiek en dat de ouders, hoewel bereidwillig, niet in staat zijn om de situatie zelfstandig te verbeteren. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor vier maanden. Tijdens de zitting op 20 augustus 2025 waren de ouders en de minderjarige aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de zorgen over de gedragsproblematiek van [voornaam minderjarige] bevestigd en geconcludeerd dat een gedwongen ondertoezichtstelling noodzakelijk is om passende hulpverlening te waarborgen. Tevens is een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, omdat minderjarige in een gesloten setting de benodigde begeleiding en structuur kan krijgen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team jeugd
Zaaknummer: C/10/703572 / JE RK 25-1488
Datum uitspraak: 20 augustus 2025
Beschikking van de kinderrechter over de ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de GI.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 18 juli 2025;
- het definitieve rapport van de Raad van 25 juli 2025;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 1 augustus 2025;
  • het bericht van de moeder van 14 augustus 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • [voornaam minderjarige] met haar advocaat;
  • de vader;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [persoon A] ;
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon B] .
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen. Bij bericht van 14 augustus 2025 heeft de moeder zich wegens haar vakantie afgemeld voor de zitting en haar standpunt naar voren gebracht.
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover voorafgaand aan de zitting in het bijzijn van haar advocaat een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Schakenbosch.
2.3.
Bij beschikking van 23 mei 2025 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot
23 augustus 2025. Tevens is bij deze beschikking een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 20 juni 2025 en is de beslissing voor het overige aangehouden.
2.4.
Bij beschikking van 28 mei 2025 is een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 11 juli 2025 en is de beslissing voor het overige aangehouden.
2.5.
Bij beschikking van 9 juli 2025 is een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 23 augustus 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van twaalf maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Tevens verzoekt de Raad een machtiging te verlenen om [voornaam minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier maanden.

4.De standpunten

4.1.
De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Het gedrag van [voornaam minderjarige] is ingewikkeld en de volwassenen om haar heen zijn onmachtig. Er is al veel hulpverlening betrokken geweest, maar het is nog onduidelijk op welke manier [voornaam minderjarige] geholpen kan worden. Een gesloten plaatsing voor de duur van vier maanden is nog noodzakelijk om te kunnen bepalen welke aanpak [voornaam minderjarige] nodig heeft. [voornaam minderjarige] moet handvatten krijgen en geholpen worden richting de volwassenheid. [voornaam minderjarige] wil graag een machtiging voor een open setting en in de komende maanden moet hierover meer duidelijkheid komen. Voorkomen moet worden dat [voornaam minderjarige] te snel wordt overgeplaatst. Op dit moment gaat het redelijk goed met haar. [voornaam minderjarige] heeft duidelijke afspraken en weet wat er van haar verwacht wordt.
4.2.
De GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad. Het gaat sinds kort beter met [voornaam minderjarige] . De GI heeft vorige week goed met [voornaam minderjarige] kunnen praten. Het is belangrijk dat er een behandelplan wordt opgesteld met de ouders, zodat zij [voornaam minderjarige] de liefde, ondersteuning en aandacht kunnen bieden die zij nodig heeft. De ouders werken goed mee, maar hebben in de afgelopen periode meer moeten doen dan alleen ‘ouder’ zijn. Basic Trust zal worden ingezet en zal ook opnieuw gaan kijken naar de eerder vastgestelde diagnostiek van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] gaat momenteel naar het zomerschoolprogramma op Schakenbosch en zal na de zomervakantie doorstromen. Op het moment dat hiervoor mogelijkheden zijn, is er ruimte om [voornaam minderjarige] naar een open groep van Schakenbosch over te plaatsen.
4.3.
Door en namens [voornaam minderjarige] wordt ter zitting ten aanzien van de verzochte ondertoezichtstelling gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. De advocaat vraagt zich af waarom de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar wordt verzocht. De advocaat erkent dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] , maar de ouders werken overal aan mee. Ten aanzien van de verzochte machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp wordt verzocht om afwijzing. [voornaam minderjarige] wil het liefst op een open (hybride) groep van Schakenbosch verblijven. [voornaam minderjarige] is op de goede weg en wil niet naar een andere instelling. Dit zal averechts werken.
4.4.
Door de vader wordt ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het gaat langzaam beter met [voornaam minderjarige] . Er is veel gebeurd. De vader voelt zich machteloos op het moment dat [voornaam minderjarige] wegloopt bij Schakenbosch. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] leert van haar fouten en hiervoor zijn strikte regels noodzakelijk. Er is tijd nodig om de situatie te verbeteren en toe te werken naar een plaatsing van [voornaam minderjarige] op een open groep. Volgende maand staat er een afspraak gepland om een behandelplan te maken.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
De ontwikkeling van [voornaam minderjarige] wordt ernstig bedreigd. De zorgen over haar gedragsproblematiek en fysieke en emotionele veiligheid zijn groot. [voornaam minderjarige] kampt met forse gedrags- en emotieregulatieproblematiek, is bekend met middelengebruik en er zijn zorgen over haar seksuele ontwikkeling. De ouders zijn zeer bereid en welwillend, maar zijn onvoldoende in staat om onder eigen verantwoordelijkheid de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] weg te nemen. Hoewel er in de afgelopen jaren diverse hulpverlening betrokken is geweest, heeft dit niet tot een verbetering geleid. De zorgen zijn alleen maar toegenomen. De kinderrechter acht hulpverlening in een gedwongen kader, door middel van een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] , noodzakelijk om passende hulpverlening en ondersteuning te bieden en de veiligheid en ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen. Er is sprake van langdurige gecompliceerde problematiek. Op dit moment is het nog onduidelijk welke vorm van hulpverlening passend is bij [voornaam minderjarige] , hiervoor is tijd nodig. Een betrokken jeugdbeschermer moet hierbij de regie voeren. De kinderrechter stelt [voornaam minderjarige] daarom onder toezicht voor de duur van een jaar.
5.3.
De kinderrechter is ook van oordeel dat plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [2]
5.4.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 3 juni 2025 op een gesloten groep van Schakenbosch. Hier laat [voornaam minderjarige] wisselend gedrag zien. Op dit moment lijkt het beter te gaan met [voornaam minderjarige] , maar zij is ook bekend met wegloopgedrag en het gebruik van drugs. Daarnaast komt [voornaam minderjarige] in onveilige situaties terecht. De kinderrechter is het met de onafhankelijke gedragswetenschapper, zoals volgt uit de instemmingsverklaring van 1 augustus 2025, eens dat een gesloten machtiging het enige middel is om de noodzakelijke en passende hulpverlening voor [voornaam minderjarige] van de grond te krijgen en verdere stagnatie in haar ontwikkeling te voorkomen. De complexe gedragsproblematiek van [voornaam minderjarige] vraagt om behandeling en begeleiding in een duidelijke opvoedingsomgeving met strikte regels en structuur. Een periode van vier maanden is noodzakelijk om te onderzoeken wat [voornaam minderjarige] nodig heeft om de situatie te kunnen verbeteren. Haar problematiek overstijgt nog altijd de mogelijkheden van een open groep. De positieve ontwikkeling is erg pril en het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] laat zien dat zij deze ontwikkeling kan blijven voortzetten.
5.5.
De kinderrechter verleent daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier maanden.
5.6.
De kinderrechter verklaart de beslissing om [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 20 augustus 2025 tot 20 augustus 2026;
6.2.
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 20 augustus 2025 tot 20 december 2025;
6.3.
verklaart de beslissing onder 6.1. uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2025 door
mr. M.C. Woudstra, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. van Geest als griffier, en op schrift gesteld op 1 september 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.
2.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).