In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2025 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige], die is blootgesteld aan huiselijk geweld en alcoholproblematiek van de ouders. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de situatie is zodanig dat [voornaam minderjarige] momenteel in een pleeggezin verblijft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling te verlengen en een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden te verlenen. Tijdens de zitting waren de ouders aanwezig, samen met hun advocaat en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad en de GI gedeeld en geconcludeerd dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter hoopt dat de ouders in de komende periode de nodige stappen ondernemen om de situatie te verbeteren en dat er uiteindelijk een thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] kan plaatsvinden.