Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Rotterdam
Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de opheffing van conservatoir beslag dat eerder was gelegd door gedaagden op het appartement van eiser. Eiser had verzocht om opheffing van het beslag, mits hij vervangende zekerheid zou stellen. De voorzieningenrechter, mr. P. de Bruin, heeft in de mondelinge uitspraak geoordeeld dat de voorgestelde depotovereenkomst voldoende zekerheid biedt voor de door gedaagden gelegde beslagen. Eiser had het appartement verkocht en wilde dat de notaris de verkoopopbrengst onder zich hield totdat er een definitieve uitspraak was gedaan. Gedaagden betwistten de voldoende zekerheid van de depotovereenkomst, maar de voorzieningenrechter verwierp dit bezwaar. De rechter oordeelde dat het beslag opgeheven kan worden zodra de notaris bevestigt dat het depotbedrag van € 294.473,60 onder zich is. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten van eiser vergoeden, die zijn begroot op € 1.616,00. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.