Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder parketnummers 10-044960-21 en 10-019325-25 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 174 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden (inclusief elektronische monitoring en slachtofferdevice) en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod en locatieverbod met aangeefster [slachtoffer 1] , voor de duur van vijf jaren, waarbij vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste zes maanden en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan;
- afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging in de zaken met parketnummers
4.Waardering van het bewijs
10-044960-21
Nu daarmee de wederrechtelijkheid van zijn handelen in onvoldoende mate is komen vast te staan, dient de verdachte te worden vrijgesproken van het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde.
13 juli 202431 juli 2024tot en met 18 januari 2025 te
en/ of met zware mishandeling,
/of
/of
/of
/of
/of
/ of
/of
/ of
of omstreeks 5 november 2024 en/of31 december 2024 te Rotterdam,
of meermaals,
door, een stuk zwaar vuurwerk (een Cobra)
en/of
5.Strafbaarheid feiten
2. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
3. opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9.Vorderingen tenuitvoerlegging
22-002180-17)
10-099451-20)
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) dagen;
49 (negenenveertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaren;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 750,= (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 januari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 750,=(hoofdsom,
zegge:
zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;