In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 september 2025 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, die opgroeit in een instabiele thuissituatie. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. De moeder van de minderjarige, die belast is met het ouderlijk gezag, heeft ingestemd met het verzoek van de Raad, maar maakt zich zorgen over het zelfstandige gedrag van haar dochter. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat er een noodzaak is voor hulpverlening. De kinderrechter heeft besloten de minderjarige onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 10 september 2025 tot 10 september 2026. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 16 september 2025. Tegen deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag, binnen drie maanden na de uitspraak.