ECLI:NL:RBROT:2025:12338
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over niet-ontvankelijkheid van beroep inzake Dienst Toeslagen
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 10 september 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van opposante tegen een eerdere uitspraak van 6 mei 2024. Opposante had in verzet gekomen tegen de kennelijk ongegrond verklaarde beroep tegen een besluit van de Dienst Toeslagen. De rechtbank oordeelde dat de bestuursrechter de oorzaak van een ontbrekend deel in de verzendadministratie had moeten onderzoeken, wat niet is gebeurd. Hierdoor kon niet worden uitgesloten dat de griffie een fout had gemaakt bij het printen van het afschrift. De rechtbank concludeerde dat het verzet gegrond was, omdat de bestuursrechter niet had kunnen oordelen zonder opposante te horen. De rechtbank stelde vast dat de termijn om te beslissen op het bezwaar was overschreden en dat Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist. De verzetrechter heeft de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en bepaalde dat Dienst Toeslagen binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar moest bekendmaken. Tevens werd de dwangsom vastgesteld op € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat Dienst Toeslagen het griffierecht van € 51,- en proceskosten van € 1.133,75 aan opposante moet vergoeden.