ECLI:NL:RBROT:2025:12336
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Dienst Toeslagen
Op 10 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerdere uitspraak van 19 juni 2024, waarin het beroep van opposante niet-ontvankelijk was verklaard. Opposante, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, heeft verzet aangetekend omdat zij meent dat de rechtbank ten onrechte zonder zitting heeft geoordeeld. De verzetrechter heeft vastgesteld dat Dienst Toeslagen op 9 december 2024 een gewijzigd standpunt heeft ingediend, waaruit blijkt dat de ingebrekestelling op 19 februari 2024 door hen is ontvangen. Dit heeft geleid tot twijfel over de eerdere uitspraak, waardoor het verzet gegrond is verklaard.
De verzetrechter heeft geoordeeld dat de termijn om te beslissen op het bezwaar is overschreden en dat Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op het verzoek van opposante. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard. De rechter heeft tevens de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en bepaald dat Dienst Toeslagen binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar moet bekendmaken. Bij overschrijding van deze termijn verbeurt Dienst Toeslagen een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast is bepaald dat Dienst Toeslagen het griffierecht van € 51,- aan opposante moet vergoeden en dat zij € 1.133,75 aan proceskosten moet betalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De rechter was verhinderd de uitspraak te ondertekenen, maar de griffier heeft de uitspraak verzonden naar de betrokken partijen.