Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaken met parketnummer10.088419.25 en 02.047055.24.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks6 juni 2025 te Rotterdam een
(gouden
)amulet/munt,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan verdachtetoebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om,bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
/of
/of
/of
/of
/of
of omstreeks9 juni 2025 te Rotterdam een
(gouden
)ketting,
in elk geval enig goed,diegeheel of ten deleaan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan verdachtetoebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van geweld
en/of bedreiging
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
/of
/op/tegenhet gezicht te stompen en
/of
of omstreeks14 juni 2025 te Rotterdam een
(gouden
)ketting,
in elk geval enig goed,diegeheel of ten deleaan [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander dan verdachtetoebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
/of
in/op
/tegenhet gezicht van die [slachtoffer 3] te slaan en
/of
/tegenhet (rechter) (boven)been van die [slachtoffer 3] te trappen en
/of
, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
of omstreeks15 juni 2025, te Rotterdam een gouden ketting,
althans een voorwerp
/dievoorwerp
(en)onmiddellijk afkomstig was
/warenuit enig eigen misdrijf.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- De heer [slachtoffer 1] , ter zake van het onder 1 ten laste gelegde. Hij vordert een vergoeding van € 898,70 aan materiële schade en een vergoeding van € 650,- aan immateriële schade.
- De heer [slachtoffer 3] , ter zake van het onder 3 ten laste gelegde. Hij vordert een vergoeding van € 1.419,65 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.750,- aan immateriële schade.
9.Vorderingen tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van zesendertig (36) maanden;
€ 1.548,70 (zegge: vijftienhonderd achtenveertig euro en zeventig eurocent), bestaande uit € 898,70 aan materiële schade en € 650,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 juni 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 2.419,65 (zegge: tweeduizend vierhonderdennegentien euro en vijfenzestig eurocent)bestaande uit € 1.419,65 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 juni 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 1.548,70 (zegge: vijftienhonderd achtenveertig euro en zeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom
€ 1.548,70niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 2.419,65 (zegge: tweeduizend vierhonderdennegentien euro en vijfenzestig eurocent)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 2.419,65niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
34 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
een (1) maand, van de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant aan de veroordeelde opgelegde
gevangenisstraf;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
zestig (60) uur, van de bij vonnis van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde
taakstraf;