Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer M. Madja en mevrouw S. Plet, beiden werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening),
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. De verzoeker, die kampt met financiële problemen en gezondheidsklachten, heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers. Ondanks dat negen van de tien schuldeisers instemden met de regeling, weigerde één schuldeiser, die 85,6% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt, mee te werken. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de aangeboden regeling het uiterste is waartoe de verzoeker in staat moet worden geacht. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de afloscapaciteit van de verzoeker, die afhankelijk is van een Participatiewet-uitkering en momenteel gezondheidsproblemen ondervindt. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de verzoeker en de overige schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van de schuldeiser die weigerde. De rechtbank heeft het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure aan de schuldeiser opgelegd. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling meer voordelen biedt voor de schuldeisers dan de wettelijke regeling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen acht dagen na uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.