Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair en (impliciet) subsidiair tenlastegelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 meer subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 99 dagen, met aftrek van voorarrest;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: de PIJ-maatregel).
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks25 november 2024 te Rotterdam,
een of meeranderen
, althans alleen,
(s
)van de woning
(en
)aan het [adres 2] [huisnummer A] tot en met [huisnummer B] ,
althans in die woning(en) aanwezige personen,heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
, en/of met zware mishandeling, door meermaals met een automatisch vuurwapen op
, althans in de richting van, die woning(en), althanshet portiek van het pand waar die woning
(en
)in zijn gevestigd, te schieten;
of omstreeks25 november 2024 te Rotterdam,
een of meeranderen
, althans alleen,
in elk geval enig goed, dat
geheel of ten deleaan Woonstad Rotterdam
, in elk geval aan een ander dan verdachte of zijn mededader(s),toebehoort heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door meermaals met een automatisch vuurwapen op
, althans in de richting van,het portiek te schieten;
/zijop
of omstreeks25 november 2024 te Rotterdam
, althans in Nederland
een of meeranderen
, althans alleen,
/ofonder 3 van de Wet wapens en munitie,
/ofeen vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was
en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
6 september 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
patroonvan escalerend delictgedrag. Gelet op die omstandigheden ziet de rechtbank, in afwijking van het advies van de deskundigen, aanleiding om de PIJ-maatregel - de zwaarste sanctie in het jeugdstrafrecht - voorwaardelijk op te leggen. Omdat er niet eerder is ingezet op individuele behandeling, zoals opgelegd in de bovenvermelde uitspraak van de kinderrechter, dient de verdachte nog een kans te krijgen om behandeling in een ambulante setting aan te gaan, te laten zien dat hij hiervoor open staat, gemotiveerd is en hieraan zijn medewerking zal verlenen. Op de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij inmiddels wel open staat voor een vorm van behandeling. Het is aan de verdachte om te laten zien dat hij deze kans kan benutten.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
voor de duur van 99 (negenennegentig) dagen;
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
2 (twee) jaren;
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan de begeleiding door de jeugdreclassering;
- zal meewerken aan behandeling bij de Waag of een soortgelijke zorgverlener, indien en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan de begeleiding door een jongerencoach, indien en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- zich zal inzetten voor het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van school, stage of werk;
- zich zal inzetten voor het hebben van een positieve vrijetijdsbesteding in de vorm van een bijbaan en/of sport;
- inzicht zal geven in zijn sociale contacten;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
werkstrafop voor de duur van
60 (zestig) uren, met bevel dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen.