Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift (ontvangen op 30 mei 2025), met (aanvullende) bijlagen;
- het verweerschrift, met (aanvullende) bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Vereniging van Eigenaars (VvE). De eiser verzocht om vernietiging van een besluit dat tijdens de algemene ledenvergadering van de VvE op 24 april 2025 was genomen, waarin werd besloten om geen vergoeding te geven voor de kosten van kozijnen die de eiser op eigen kosten had vervangen. De eiser stelde dat dit besluit in strijd was met het reglement van de VvE en met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter oordeelde dat de VvE in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen, omdat de eiser niet de juiste procedure had gevolgd om toestemming te vragen voor de vervangingen. De rechter wees erop dat de VvE niet verplicht was om de kosten van de kozijnen te vergoeden, vooral omdat de eiser in 2022 de kozijnen zonder toestemming had vervangen. De kantonrechter concludeerde dat de verzoeken van de eiser werden afgewezen en dat de proceskosten voor rekening van de eiser kwamen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kon worden, ook als de eiser in hoger beroep ging.