Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 februari 2025 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
De algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, het CBR
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
4.3. De stelling dat eiser met de medicatie is gestopt in december 2023 is voor de beoordeling van het besluit niet van belang. In het besluit van 7 februari 2024 staat onder het kopje “Waarom is uw rijbewijs ongeldig” het volgende geschreven: “Uit het onderzoek blijkt dat er bij u sprake is van alcoholmisbruik.” Eiser is in bezwaar ingegaan tegen de conclusie uit het onderzoek dat hij nog medicatie gebruikt en ook op die grond ongeschikt zou zijn om te rijden. Het CBR heeft daarop gereageerd in het bestreden besluit. Voor de beoordeling van het ongeldig verklaren van het rijbewijs is de vraag tot wanneer eiser de medicatie gebruikte echter niet van belang. Het gebruik van medicatie is immers niet meegewogen bij de beoordeling of bij eiser sprake was van alcoholmisbruik in de zin van de wet. De psychiater heeft kunnen concluderen dat bij eiser sprake is van alcoholmisbruik. Dat ten tijde van het onderzoek de bloedwaarden goed waren, kan daaraan niet afdoen. Wanneer uit het onderzoek de conclusie volgt dat er sprake is van alcoholmisbruik in de zin van de wet moet het CBR het rijbewijs ongeldig verklaren. Het CBR heeft ter zitting nader toegelicht dat de medicatie slechts in de weg zou staan in een gezondheidsverklaring procedure als hij de medicatie op dat moment zou gebruiken. Inmiddels is ruim een jaar verstreken na de stopdatum van 1 november 2023, zodat eiser via een ‘gezondverklaringsprocedure’ weer de geldigverklaring van zijn rijbewijs kan verzoeken.