In deze zaak heeft verzoekster, die op 25 juli 2023 failliet is verklaard, een verzoekschrift ingediend tot opheffing van haar faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP). Tijdens de zitting op 29 september 2025 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de curator en een schuldhulpverlener. De curator, mr. P.A. de Lange, adviseert positief over de omzetting naar de WSNP, omdat verzoekster zich goed heeft gehouden aan de afspraken en geen opvallende schulden heeft. Verzoekster heeft fulltime gewerkt en een opleiding gevolgd, en heeft het bedrag boven het vrij te laten bedrag afgedragen. De schuldhulpverlener steunt het verzoek en vraagt om een maximale korting van 18 maanden op de WSNP-termijn, gezien de inspanningen van verzoekster.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek, omdat aan de voorwaarden van artikel 15b van de Faillissementswet is voldaan. Er is geen verificatievergadering gehouden en de curator heeft bevestigd dat een akkoord binnen het faillissement niet mogelijk is. De rechtbank oordeelt dat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. Daarom wordt het verzoek tot opheffing van het faillissement en toepassing van de WSNP toegewezen. De rechtbank heeft de WSNP-termijn met twaalf maanden verkort, rekening houdend met de afdracht van inkomen en de inspanningen van verzoekster tijdens het faillissement. De beslissing omvat ook de benoeming van een bewindvoerder en de vaststelling van het salaris van de curator.