ECLI:NL:RBROT:2025:11735

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
10/117528-25 en 10/047386-25 (t.t.z. gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor mishandeling en bezit van kinderporno na bedreiging ex-partner

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 7 augustus 2025 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, geboren op 19 juni 1994. De verdachte werd beschuldigd van bedreiging, mishandeling en bezit van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan bedreiging van zijn ex-partner door haar via WhatsApp meerdere bedreigende berichten te sturen, terwijl de relatie al beëindigd was. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 7 dagen, met aftrek van voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen telefoon van de verdachte onttrokken aan het verkeer. De verdachte werd echter vrijgesproken van de beschuldigingen van mishandeling en bezit van kinderporno, omdat er onvoldoende bewijs was om deze feiten wettig en overtuigend te bewijzen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefster niet voldoende werden ondersteund door andere bewijsmiddelen en dat de verdachte niet overtuigend kon worden gelinkt aan de aangetroffen kinderporno op zijn telefoon. De rechtbank benadrukte dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat de opgelegde straf in verhouding stond tot de ernst van de bedreiging.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/117528-25 en 10/047386-25 (t.t.z. gevoegd)
Datum uitspraak: 7 augustus 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op 19 juni 1994,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
van de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie De [detentielocatie]
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in diezelfde Penitentiaire Inrichting.
Raadsvrouw mr. A.C.M. Tönis, advocaat te Breda.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 juli 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De dagvaarding met parketnummer 10/047386-25 is op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd. De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. X.C. van Balen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/117528-25 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasserings- rapport van 21 juli 2025, met dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht;
  • verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon van de verdachte.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (10/047386-25 feit 1 - bedreiging)
De in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 1 ten laste gelegde woordelijke bedreiging heeft de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken van het gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op het met een door de verdachte bestuurde personenauto tegen de personenauto met daarin de aangeefster aan te rijden, omdat dit op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld.
4.2.
Vrijspraak (10/047386-25 feit 2 – mishandeling)
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de aangeefster in de periode van 21 mei 2024 tot en met 11 februari 2025 heeft mishandeld. Zij verwijst hiervoor naar de aangifte, het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten die ter plaatse waren na het incident op 18 augustus 2024 (inclusief de foto’s van het letsel) en de getuigenverklaringen van mevrouw [naam getuige] en de moeder van de aangeefster. Gelet op de foto’s van het letsel en de bedreigende berichten van de verdachte is er geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de aangeefster. De processen-verbaal van bevindingen waaruit volgt dat de aangeefster emotioneel was en uit angst geen aangifte deed, dragen bij aan de overtuiging dat zij meerdere malen door de verdachte is mishandeld.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de aangeefster belastende verklaringen heeft afgelegd, waarin zij verklaart dat de verdachte haar op verschillende momenten heeft mishandeld. Daartegenover staat dat de verdachte de hem verweten gedragingen steeds stellig heeft ontkend.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verklaring van de aangeefster in voldoende mate wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat van dergelijk steunbewijs onvoldoende sprake is. In het dossier bevinden zich weliswaar twee getuigenverklaringen, maar die verklaringen gaan over wat zij van de aangeefster hebben gehoord en komen daarmee uit één en dezelfde bron. De getuige [naam getuige] verklaart verder nog over het feit dat zij een zwarte lip en een opgezette wang bij de aangeefster heeft waargenomen in december 2024. Deze periode sluit echter niet aan bij één van de specifieke momenten waarover de aangeefster in haar aangifte heeft verklaard. De waarneming van de verbalisanten van het letsel op 18 augustus 2024 levert ook niet het vereiste steunbewijs op. De blauwe plek die zij beschrijven vertoonde immers al een gele verkleuring. Dat maakt het niet zonder meer aannemelijk dat dit het letsel van de vermeende mishandeling op die dag is geweest.
4.2.3.
Conclusie
Het in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Vrijspraak (10/117528-25 – bezit van kinderporno)
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zowel wetenschap van als beschikkingsmacht over de – op zijn telefoon – aangetroffen kinderporno heeft gehad. Het alternatieve scenario, dat het nichtje van de verdachte zijn telefoon heeft gebruikt, moet als ongeloofwaardig terzijde worden geschoven. Te meer omdat de verdachte zijn verklaringen steeds heeft gewijzigd en pas in een zeer laat stadium met een alternatief scenario is gekomen. Daar komt bij dat het volstrekt onduidelijk is waarom zijn nichtje dit zou doen. De kinderporno is bovendien bij toeval door de politie aangetroffen en niet op aandringen van het nichtje van de verdachte.
4.3.2.
Beoordeling
Gelet op de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, staat vast dat op de in beslag genomen telefoon van de verdachte zevenentachtig kinderpornografische visuele weergaven zijn aangetroffen. Negenenveertig kinderpornografische visuele weergaven zijn ontvangen en verzonden binnen chatberichten van de applicatie TeleGuard en twee afbeeldingen zijn in de galerij van de telefoon aangetroffen. Deze afbeeldingen/video’s zijn direct toegankelijk voor de gebruiker. Daarnaast zijn er zesendertig kinderpornografische visuele weergaven binnen de applicatie Safari aangetroffen. Deze weergaven zijn opgeslagen in ‘tmp’ mappen, vergelijkbaar met de zogenaamde cache, waardoor deze niet direct toegankelijk zijn voor de gebruiker.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte wetenschap van en beschikkingsmacht over de aangetroffen kinderporno heeft gehad.
De verdachte heeft in een vroeg stadium verklaard dat het weliswaar zijn telefoon is, maar dat ook diverse anderen gebruik maken van deze telefoon. In het verhoor bij de politie van 11 juli 2025 en ter terechtzitting heeft de verdachte een tweetal concrete alternatieve scenario’s aangedragen.
Het eerste alternatieve scenario houdt in dat het een wraakactie van zijn nicht [persoon A] is geweest. Zij heeft gebruikgemaakt van zijn telefoon toen hij – wegens het gebrek aan een eigen onderkomen – bij haar logeerde. [persoon A] speelde vaak spelletjes op de telefoon van de verdachte en wist de toegangscode van de telefoon. De verdachte verdenkt [persoon A] omdat zij tegen haar vader/zijn oom, [persoon B] , heeft gezegd dat ze de verdachte ‘goed heeft genaaid’ en dat ze hoopt dat hij lang vast zal zitten voor wat zij heeft gedaan. [persoon A] wist blijkbaar te vertellen dat de verdachte vastzit voor misbruik van kinderen, terwijl de verdachte dit nooit tegen haar heeft gezegd.
Het tweede door de verdachte geschetste alternatieve scenario houdt in dat iemand
– mogelijk zijn nicht [persoon A] – op een ander apparaat op de applicatie TeleGuard heeft ingelogd en chatgesprekken heeft gevoerd en deze applicatie vervolgens op de telefoon van de verdachte heeft geïnstalleerd. Na het inloggen met het desbetreffende account zijn de chatgesprekken die op het eerste apparaat zijn verzonden en ontvangen gesynchroniseerd en daarmee zichtbaar op de telefoon van de verdachte.
De rechtbank is – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat de door de verdachte aangedragen lezingen niet zonder meer als niet door de feiten onderbouwd of ongeloofwaardig ter zijde kunnen worden geschoven. De door de verdachte geschetste scenario’s vinden geen weerlegging in de bewijsmiddelen en laten daarmee meer mogelijkheden open dan wat is ten laste gelegd. Die mogelijkheden zijn niet verder onderzocht, bijvoorbeeld door het horen van [persoon A] als getuige of ander nader onderzoek naar de mogelijke gebruikers van de telefoon van de verdachte.
Gelet op het voorgaande kan niet worden uitgesloten dat een ander of anderen dan de verdachte op verschillende momenten gebruik heeft/hebben gemaakt van de telefoon van de verdachte, daarmee hebben gechat met anderen en op die telefoon kinderpornografische afbeeldingen hebben geplaatst. Ook is niet nader onderzocht en kan niet worden uitgesloten, dat met één account op meerdere apparaten op de applicatie TeleGuard en/of WhatsApp is ingelogd, als gevolg waarvan de informatie op dat account is gesynchroniseerd en zichtbaar is geworden op de telefoon van de verdachte. Bij deze stand van zaken is het voor de rechtbank niet zonder redelijke twijfel vast te stellen dat het de verdachte is geweest die de in de applicatie TeleGuard aangetroffen chatberichten met kinderpornografische visuele weergaven heeft ontvangen en verstuurd.
Alles afwegend is er daarom onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te komen.
4.3.3.
Conclusie
Het in de zaak met parketnummer 10/117528-25 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op meerdere tijdstippen
in de periode van 01 februari 2025 tot en met 11 februari 2025
te Rotterdam, in elk
gevalin Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling en
/ofmet
brandstichting door
- met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto tegen de
(stilstaande) personenauto met daarin voornoemde [slachtoffer] aan te rijden en/of
die [slachtoffer] (via WhatsApp berichten) dreigend (onder meer) de woorden toe te
voegen:
- “ Eerst maar eens een payback gooie op joi” en
/of
- “ Mijn wraak zal zoet zijn bitch onthoud dat goed” en
/of
- “ Ik rij je klem. Sla je raam eruit. En knip je haar af” en
/of
- “ Ik zweer uit de grond van mijn hart Dat jij in kofferbak ga” en
/of
- " Snij jou helemaal open van je kanker kop tot je afgeneukte hoere kut"
en
/of
- " Kanker wuto ga ook in de fik" en
/of
- " Jou hele leven kapot maken" en
/of
- " Sla je kop door je eigen auto raam als jij me niet gs zegge wat je met
wie gaan doen ben" en
/of
- “ Steek je huis in de fik” en
/of
- “ Rond 19:00 sta ik aan je deur. Doe jij niet open. Of ben je niet thuis,
wacht ik op je tot je buiten kom. En ik douw je in de kofferbak rij met
je naar het bos. En wij gaan kijken wat is wat”,
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en met brandstichting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn ex-partner door haar via Whatsapp meerdere (tien in totaal) bedreigende teksten te versturen. Dit was in de periode dat de relatie over was, maar waarin de verdachte de confrontatie met het slachtoffer opzocht door zich bij haar woning op te houden. Dit alles heeft haar angst ingeboezemd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
2 juli 2025, waaruit blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaren niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 juli 2025. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De officier van justitie is bij haar eis uitgegaan van ook een bewezenverklaring voor het feit onder parketnummer 10/117528-25 (bezit kinderporno) en het tweede feit onder parketnummer 10/047386-25 (mishandeling). De rechtbank komt tot een lagere gevangenisstraf dan de officier van justitie heeft geëist omdat de verdachte wordt vrijgesproken van die feiten. Mede gelet op de straffen die in soortgelijke (ernstige) gevallen van bedreiging worden opgelegd, acht de rechtbank een gevangenisstraf van 7 dagen, met aftrek van voorarrest, gerechtvaardigd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon van de verdachte (goednummer: [beslagnummer] ) verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft – wegens de bepleite vrijspraak – verzocht de telefoon aan de verdachte terug te geven.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank zal de in beslag genomen telefoon onttrekken aan het verkeer. De verdachte is vrijgesproken, maar op de telefoon van de verdachte bevindt zich kinderporno en het ongecontroleerd bezit daarvan is in strijd met de wet en/of het algemeen belang.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36d en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/117528-25 ten laste gelegde feit en het in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/047386-25 onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: de in beslag genomen telefoon van de verdachte (goednummer: [beslagnummer] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en M. Nijboer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
In de zaak met parketnummer 10/117528-25
hij op of omstreeks de periode van 08 oktober 2024 tot en met 10 februari 2025 te
Rotterdam, in ieder geval in Nederland,
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele
strekking
waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
was betrokken of schijnbaar was betrokken
in bezit heeft gehad
te weten een gegevensdrager (mobiele telefoon), bevattende afbeeldingen, te weten:
foto's en/of video's
waarop te zien is dat
die persoon oraal wordt gepenetreerd met een penis en/of
die persoon vaginaal wordt gepenetreerd met een penis en/of voorwerp en/of
die persoon anaal wordt gepenetreerd met een vinger/hand
en/of
een ander persoon oraal wordt gepenetreerd met een penis door die persoon
en/of
het eigen lichaam vaginaal met een vinger/hand en/of
anaal met een voorwerp wordt gepenetreerd door die persoon
(overzicht geselecteerde visuele weergaven: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11)
en/of
het geslachtsdeel van die persoon met een vinger/hand en/of voorwerp en/of
tong/mond wordt aangeraakt
en/of
het geslachtsdeel van een andere persoon met een vinger/hand en/of met een
voorwerp en/of met de mond/tong wordt aangeraakt door die persoon
en/of
die persoon het eigen geslachtsdeel met de vinger/hand en/of de eigen borsten
met een vinger/hand aanraakt
(overzicht geselecteerde visuele weergaven: 1, 3, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of in een (erotisch
getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van
kleden van die persoon
Nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld
worden gebracht
(overzicht geselecteerde visuele weergaven: 10, 12);
In de zaak met parketnummer 10/047386-25
1.
hij
op meerdere tijdstippen
in de periode van 01 februari 2025 tot en met 11 februari 2025 te Rotterdam, in elk
geval in Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met
brandstichting door
- met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto tegen de
(stilstaande) personenauto met daarin voornoemde [slachtoffer] aan te rijden en/of
die [slachtoffer] (via WhatsApp berichten) dreigend (onder meer) de woorden toe te
voegen:
- “ Eerst maar eens een payback gooie op joi” en/of
- “ Mijn wraak zal zoet zijn bitch onthoud dat goed” en/of
- “ Ik rij je klem. Sla je raam eruit. En knip je haar af” en/of
- “ Ik zweer uit de grond van mijn hart Dat jij in kofferbak ga” en/of
- " Snij jou helemaal open van je kanker kop tot je afgeneukte hoere kut"
en/of
- " Kanker wuto ga ook in de fik" en/of
- " Jou hele leven kapot maken" en/of
- " Sla je kop door je eigen auto raam als jij me niet gs zegge wat je met
wie gaan doen ben" en/of
- “ Steek je huis in de fik” en/of
- “ Rond 19:00 sta ik aan je deur. Doe jij niet open. Of ben je niet thuis ,
wacht ik op je tot je buiten kom. En ik douw je in de kofferbak rij met
je naar het bos. En wij gaan kijken wat is wat”
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij
op meerdere tijdstippen
in de periode van 21 mei 2024 tot en met 11 februari 2025 te Rotterdam, in elk
geval in Nederland,
zijn (ex-partner) [slachtoffer] , heeft mishandeld door haar
meermalen, althans eenmaal,
- ( met kracht) bij de keel vast te pakken en/of (vervolgens) (met kracht)
de keel dicht te knijpen, althans (met kracht) in de keel te knijpen en/of
een kopstoot te geven en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of
- op/tegen het lichaam en/of de arm(en) en/of be(e)n(en) te slaan en/of te
stompen en/of te schoppen en/of te trappen.