In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Rotterdam, in 2012 en 2013 geld geleend aan gedaagde, die in Schiedam woont. Eiseres heeft ook een computer aangeschaft voor de zoon van gedaagde. Gedaagde heeft beloofd het geleende bedrag en de kosten van de computer zo snel mogelijk terug te betalen. Ondanks herhaalde verzoeken van eiseres sinds 2018, heeft gedaagde dit bedrag van € 1.286,62 niet terugbetaald. Eiseres heeft daarom een vordering ingesteld om dit bedrag met rente terug te vorderen.
Gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij het geld op een informele manier heeft terugbetaald, vergelijkbaar met de wijze waarop zij het van eiseres heeft ontvangen. Gedaagde geeft aan dat de procedure is gestart omdat zij niet meer in staat was om eicellen te doneren aan eiseres en vanwege een geschil met de echtgenoot van eiseres over een huurwoning.
De regelrechter heeft de eis van eiseres grotendeels toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot terugbetaling van het geleende bedrag van € 1.286,62, omdat niet is komen vast te staan dat gedaagde de lening volledig heeft terugbetaald. Gedaagde moet ook wettelijke rente betalen, omdat er geen ander rentepercentage is overeengekomen. De dag van verzuim is vastgesteld op 31 maart 2019, de uiterste betaaldatum die eiseres in een eerdere communicatie heeft genoemd. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 226,00.