Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
advocaat: mr. A. Rhijnsburger.
1.De procedure
- de producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 19 september 2025;
- de pleitnota van [gedaagde] (dit stuk is door [gedaagde] op de mondelinge behandeling voorgedragen en overgelegd en aangeduid als ‘conclusie van antwoord’)
.
2.De feiten
11 maart 2025 de woning van [gedaagde] doorzocht op grond van artikel 13b Opiumwet. [gedaagde] was toen niet aanwezig omdat zij op dat moment op vakantie was. [persoon A] woonde op 11 maart 2025 (nog) in de woning en was daarin toen wel aanwezig. Uit de bestuurlijke rapportage die van de doorzoeking is opgemaakt volgt dat er 138 gram henneptoppen, in totaal 24,4 gram MDMA, 4,2 gram ethanol en zoetstof, 10,3 gram methamfetamine, 1,3 gram cocaïne, een grammenweegschaal en een hoeveelheid opgevouwen ponypacks in een kamer in de woning is aangetroffen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
[3894/638]