ECLI:NL:RBROT:2025:11590
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding door onjuiste betekening in strafzaak tegen verdachte voor verkeersdelicten
Op 17 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 11 mei 2024 te Barendrecht. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van verschillende verkeersdelicten, waaronder roekeloos rijgedrag en rijden onder invloed van alcohol. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze aan de verdachte was betekend, waardoor de rechtbank oordeelde dat de dagvaarding nietig was. De officier van justitie had al eerder aangegeven dat de dagvaarding nietig was, en de rechtbank bevestigde dit standpunt. De verdachte was niet verschenen op de zitting, wat bijdroeg aan de beslissing om de dagvaarding nietig te verklaren. De rechtbank heeft in haar vonnis ook de details van de tenlastelegging uiteengezet, waarin de verdachte werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval door roekeloos rijgedrag, het rijden met een te hoge snelheid, en het belemmeren van opsporingsambtenaren tijdens hun werkzaamheden. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het strafrecht, met name met betrekking tot de betekening van dagvaardingen.