ECLI:NL:RBROT:2025:11590

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
3 oktober 2025
Zaaknummer
10-158600-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding door onjuiste betekening in strafzaak tegen verdachte voor verkeersdelicten

Op 17 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 11 mei 2024 te Barendrecht. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van verschillende verkeersdelicten, waaronder roekeloos rijgedrag en rijden onder invloed van alcohol. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze aan de verdachte was betekend, waardoor de rechtbank oordeelde dat de dagvaarding nietig was. De officier van justitie had al eerder aangegeven dat de dagvaarding nietig was, en de rechtbank bevestigde dit standpunt. De verdachte was niet verschenen op de zitting, wat bijdroeg aan de beslissing om de dagvaarding nietig te verklaren. De rechtbank heeft in haar vonnis ook de details van de tenlastelegging uiteengezet, waarin de verdachte werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval door roekeloos rijgedrag, het rijden met een te hoge snelheid, en het belemmeren van opsporingsambtenaren tijdens hun werkzaamheden. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het strafrecht, met name met betrekking tot de betekening van dagvaardingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-158600-24
Datum uitspraak: 17 september 2025
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1992,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode 1] [plaats] ,
feitelijk verblijvende aan [adres 2] , [postcode 2] te [plaats] ,

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Geldigheid dagvaarding

3.1
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding nietig is.
3.2
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De verdachte is ook niet ter terechtzitting verschenen. De dagvaarding is daarom nietig.

4.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

5.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Tuinenburg, voorzitter,
en mrs. M.J.M van Beckhoven en P. Uijtdewillegen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. van Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op 11 mei 2024 te Barendrecht
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede
rijdende over de weg, Rijksweg A29 (uitvoegstrook vanaf de A29 naar de AIS) zich
zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/ of onoplettend,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
- met een snelheid van 140 km/u, althans met een (veel) hogere snelheid dan het
advies snelheid van 80 km/u heeft gereden, en/of
- over de doorgetrokken streep heeft gereden en/of
- zijn voertuig in een slip is geraakt en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/ of niet in staat was het verloop
van de weg te volgen en/of
-in een dwarsslip is geraakt en/of
- niet, althans niet tijdig en/of voldoende af te remmen en/ of zijn motorrijtuig tot
stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor hij,
verdachte, in botsing is gekomen met een ander motorvoertuig (Mitsubishi,
bestuurd door [slachtoffer 1] ) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer 1]
(meermalen) over de kop is geslagen,
waardoor een ander, te weten een passagier van die Mitsubishi genaamd [slachtoffer 2]
zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een verschoven rugwervel,
ongelijke schouders en PTTS, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan,
-zulks terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste
of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 mei 2024 te Barendrecht
als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg,
Rijksweg A29 (uitvoegstrook vanaf de A29 naar de AIS),
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
- met een snelheid van 140 km/u, althans met een (veel) hogere snelheid dan het
advies snelheid van 80 km/u heeft gereden, en/of
- over de doorgetrokken streep heeft gereden en/of
- zijn voertuig in een slip is geraakt en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en / of niet in staat was het verloop
van de weg te volgen en/of
-in een dwarsslip is geraakt en/of
- niet, althans niet tijdig en/of voldoende af te remmen en / of zijn motorrijtuig tot
stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor hij,
verdachte, in botsing is gekomen met een ander motorvoertuig (Mitsubishi,
bestuurd door [slachtoffer 1] ) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer 1]
(meermalen) over de kop is geslagen,
ten gevolge waarvan hij, verdachte, tegen die personenauto is gebotst, waardoor
een ander te weten een passagier van die Mitsubishi genaamd [slachtoffer 2] (zwaar)
lichamelijk letsel heeft bekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/ of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 11 mei 2024 te Barendrecht
als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg,
Rijksweg A29 (uitvoegstrook vanaf de A29 naar de AIS),
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
- met een snelheid van 140 km/u, althans met een (veel) hogere snelheid dan het
advies snelheid van 80 km/u heeft gereden, en/of
- over de doorgetrokken streep heeft gereden en/ of
- zijn voertuig in een slip is geraakt en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/ of niet in staat was het verloop
van de weg te volgen en/of
-in een dwarsslip is geraakt en/of
- niet, althans niet tijdig en/ of voldoende af te remmen en / of zijn motorrijtuig tot
stilstand te brengen en/of daarmee voldoende afstand te bewaren, waardoor hij,
verdachte, in botsing is gekomen met een ander motorvoertuig (Mitsubishi,
bestuurd door [slachtoffer 1] ) waardoor het motorvoertuig van die [slachtoffer 1]
(meermalen) over de kop is geslagen,
ten gevolge waarvan hij, verdachte, tegen die personenauto is gebotst, waardoor
een ander (genaamd die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , verdachtes vier dochters te weten
[slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7]
) (zwaar) lichamelijk letsel heeft bekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/ of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
3.
hij op 11 mei 2024 te Barendrecht,
als bestuurder van een motorrijtuig, (bedrijfsauto), dit voertuig heeft bestuurd, na
zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij
een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de
Wegenverkeerswet 1994, 405 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram,
alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn
4.
hij op 11 mei 2024 te Barendrecht
opzettelijk
enige handeling,
gedaan door een ambtenaar, [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] beide werkzaam als
hoofdagent bij de eenheid Rotterdam en/of tot nu onbekend gebleven ambulance
medewerkers,
belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd
verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten,
ondernomen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift, te weten artikel 3
politiewet, assitentie verlenen bij een verkeersongeval,
heeft belet, belemmerd en/of verijdeld,
door
-zich (vervolgens) woordelijk en/ of verbaal met de verzorging door
ambulancemedewerkers van één van zijn kinderen te bemoeien en/of
-één of meermalen zijn kind uit de ambulance probeerde te trekken en/of
-dicht voor die opsporingsambtenaar te gaan staan en/of
-(vervolgens) geen gehoor te geven aan de (herhaalde) vordering van die
opsporingsambtena(a)r(en) om op afstand te blijven;