Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 21 augustus 2025, met bijlagen 1 tot en met 19;
- de aanvullende bijlagen 20 en 21 van de Stichting;
- de conclusie van antwoord, met bijlagen 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 1 september 2025.
3.De beoordeling
Het toetsingskader in een kort geding
in een grote envelop met vier of vijf postzegels”) en die huurovereenkomst in hun administratie bewaard. De Stichting heeft blijkbaar ook een door [gedaagde 1] c.s. ondertekende huurovereenkomst voor bepaalde tijd, maar van die overeenkomst heeft [gedaagde 1] betwist dat hij die heeft ondertekend. Daardoor is op dit moment onduidelijk hoe de handtekening van [gedaagde 1] onder die overeenkomst terecht is gekomen. De verhuurmakelaar van de Stichting kon zich daar volgens de Stichting niets over herinneren.
Gefeliciteerd met uw nieuwe woning!” stond, zoals [gedaagde 1] c.s. onweersproken hebben gesteld en met een overgelegde bijlage hebben onderbouwd, wijst er juist op dat de Stichting bij [gedaagde 1] c.s. minst genomen de schijn heeft opgeroepen dat zij hen (alsnog) aanbood om een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd te sluiten, welk aanbod [gedaagde 1] c.s. hebben geaccepteerd. Een belangenafweging valt in deze situatie uit in het voordeel van [gedaagde 1] c.s. De gevolgen van het ontruimen van een woning laten zich immers lastig, zo niet onmogelijk terugdraaien in het geval dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat tussen partijen een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt. Bij die belangenafweging is ook van belang dat [gedaagde 1] c.s. een jonge dochter hebben die net weer is begonnen aan het nieuwe schooljaar op de plaatselijke basisschool.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)