ECLI:NL:RBROT:2025:11538

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 september 2025
Publicatiedatum
2 oktober 2025
Zaaknummer
C/10/705486 / JE RK 25-1742
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige door de kinderrechter

Op 18 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling betrokken is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader en moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefenen, waarbij de minderjarige bij de moeder woont. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen, maar was wel opgeroepen. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat er ernstige bedreigingen zijn voor zijn ontwikkeling. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, wat door de moeder werd gesteund. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de voorwaarden voor verlenging zijn voldaan, gezien de huidige situatie van de minderjarige en de noodzaak voor ondersteuning. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 2 oktober 2026 en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/705486 / JE RK 25-1742
Datum uitspraak: 18 september 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats],
hierna te noemen [minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats 1],
[naam vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats 2].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 21 augustus 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 september 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon 1].
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang tot de zitting verleend aan [persoon 2] van Profila Zorggroep, begeleider van de moeder.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige].
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 30 september 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 2 oktober 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [minderjarige] is een periode uit huis geplaatst geweest. Na een positief advies is langzaamaan naar huis gewerkt. Afgelopen december is [minderjarige] weer bij zijn moeder gaan wonen. Er is ambulante opvoedondersteuning van Profila Zorggroep ingezet. Ook is geprobeerd een jongerencoach voor [minderjarige] te regelen, maar dat is (nog) niet gelukt. [minderjarige] gaat een keer per maand een weekend naar Horses & Co. Het is de bedoeling dat [minderjarige] ook op zaterdag naar Horses & Co gaat. Op dit moment is er geen gerichte behandeling voor [minderjarige].
[minderjarige] is gek op techniek. Hij gaat naar een school waar hij veel techniekles had. Daar is echter op bezuinigd, waardoor hij nu nog maar een uur per week techniekles heeft. De GI is in gesprek geweest over een andere school. Op 14 oktober 2025 zal weer een gezamenlijk overleg op school plaatsvinden. [minderjarige] zou op zijn plek zijn op een school waar meer aan techniek wordt gedaan. [minderjarige] heeft last van bepaalde jongens in de buurt, door wie hij wordt gepest. De wijkagent is op school geweest om met de jongeren te praten, maar dat heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. De GI wil een groot zorgoverleg organiseren met onder andere de moeder, de politie, Profila Zorggroep. De GI heeft gekeken naar de rol van de vader. Het zou namelijk voor de moeder helpend zijn als [minderjarige] bijvoorbeeld een weekend bij de vader zou kunnen zijn. Uit gesprekken met de vader is echter gebleken dat dat geen toegevoegde waarde is. De vader is heel rigoureus en vindt dat [minderjarige] naar de groep moet.

4.De standpunten

De moeder heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. Op dit moment vinden er regelmatig botsingen plaats tussen de moeder en [minderjarige]. De moeder heeft het idee dat dat ook komt, omdat [minderjarige] veel binnen zit. Vanwege de jongens die hem pesten houdt de moeder [minderjarige] liever binnen. De moeder zou het fijn vinden als tijdens de MST (Multi Systeem Therapie) meer gericht naar [minderjarige] kan worden gekeken.
De moeder belt de vader af en toe als het niet lekker loopt met [minderjarige], maar zij heeft daar weinig aan. Hij is er nooit op het moment dat hij nodig is. De verstandhouding tussen [minderjarige] en zijn vader is alleen maar slechter geworden.
[minderjarige] staat op een wachtlijst om verder onderzocht te worden in het Erasmus MC. Het is niet duidelijk wanneer een plek voor hem beschikbaar komt.
4.1.
[persoon 2] heeft ter zitting verklaard dat zij sinds de zomervakantie betrokken is bij het gezin. In eerste instantie was het de bedoeling om vijf dagen in de week bij het gezin thuis te komen, maar de moeder en [minderjarige] hebben aangegeven dat dat teveel is. Er moet worden bezien wat passend is. [persoon 2] komt regelmatig voor de moeder, maar er moet worden bekeken of zij wat meer voor [minderjarige] kan komen. Ook zal zij kijken of het mogelijk is dat [minderjarige] naar iets van een techniekclub in de buurt kan gaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [minderjarige] wordt nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd. Zonder ondersteuning gaat het niet goed met [minderjarige]. Thuis gaat het niet altijd goed en [minderjarige] wordt beperkt in zijn mogelijkheden zich te ontwikkelingen doordat hij niet of nauwelijks naar buiten kan.
5.2.
Er moet worden bezien of de hulp van Profila Zorggroep meer kan aansluiten bij de moeder en bij [minderjarige]. Het zou daarnaast goed zijn als er een wat duidelijker beeld komt over wat [minderjarige] nodig heeft aan begeleiding en/of behandeling en daarvoor staat [minderjarige] op een wachtlijst bij het Erasmus MC. Wellicht kan de GI daarbij een bemiddelende rol spelen, zodat [minderjarige] sneller terecht kan bij het Erasmus MC. Daarnaast lijkt een hobbyclub op het gebied van techniek voor [minderjarige] goed voor zijn ontwikkeling, omdat hij dan met anderen in contact kan komen en bezig kan zijn met zijn interesses. Een overstap naar een andere school zou op twee fronten verbetering kunnen geven, namelijk als het een school is waar meer aan techniek wordt gedaan en als [minderjarige] dan bij de jongens vandaan is die hem pesten. De kinderrechter onderschrijft tot slot het belang om een groot overleg te organiseren met de moeder, de politie, Profila Zorggroep en de woningbouw. [minderjarige] moet op straat kunnen zijn zonder dat hij wordt lastiggevallen.
5.3.
Uit het vorenstaande volgt dat de ondertoezichtstelling nog steeds nodig is. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar.
5.4.
De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 2 oktober 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2025 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van M.L.G. van Mourik als griffier, en op schrift gesteld op 2 oktober 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.