ECLI:NL:RBROT:2025:11482

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
11405166 CV EXPL 24-28429
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur na rechtsgeldige cessie aan Infomedics Finance B.V.

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor het betalen van een factuur van € 176,19, die voortvloeit uit zorgverlening door Cure+. De factuur, gedateerd 23 november 2022, was niet betaald door de gedaagde. Infomedics stelde dat de vordering rechtsgeldig was gecedeerd aan Infomedics Finance B.V. en dat zij bevoegd was om de vordering in eigen naam te incasseren. De gedaagde betwistte echter dat Infomedics de rechthebbende was van de vordering en voerde aan dat de vordering aan het Centraal Medisch Incasso Bureau (CMIB) was overgedragen. De kantonrechter oordeelde dat de cessie rechtsgeldig was en dat Infomedics de vordering mocht incasseren. De rechter wees de vordering tot betaling van de hoofdsom toe, evenals de wettelijke rente en incassokosten. Infomedics werd echter veroordeeld in de proceskosten, omdat de rechter oordeelde dat er misbruik van procesrecht was gemaakt door de gedaagde in een eerdere procedure niet mee te nemen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11405166 CV EXPL 24-28429
datum uitspraak: 26 september 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
vestigingsplaats: Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. Drs. M.J.G. Schroeder.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 oktober 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek, met bijlage;
  • de rolbeslissing van 11 april 2025;
  • de akte van Infomedics van 5 juni 2025;
  • de akte van [gedaagde] van 31 juli 2025.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft gebruik gemaakt van de zorgverlening van Cure+. Infomedics heeft daarvoor een factuur, gedateerd 23 november 2022, aan [gedaagde] gestuurd van in totaal € 123,00. In die factuur is (onder meer) het volgende vermeld:
“(…) Uw zorgaanbieder heeft Infomedics B.V. de opdracht gegeven om de vordering op u te innen. Tegelijkertijd heeft uw zorgaanbieder het eigendom van die vordering overgedragen aan Infomedics Finance B.V. (gecedeerd). (…)”
Deze factuur is door [gedaagde] niet betaald. Infomedics vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 176,19 vermeerderd met rente en kosten voor tandheelkundige behandelingen door Cure+.
2.2.
[gedaagde] stelt dat tijdens deze procedure is gebleken dat Infomedics niet de eigenaar is van deze vordering. Dit zou blijken uit een brief van 22 maart 2023 waarin staat dat het Centraal Medisch Incasso Bureau (CMIB) de vordering van Infomedics heeft overgenomen. [gedaagde] verzoekt daarom primair om Infomedics niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. [gedaagde] betwist de omvang en de verschuldigdheid van de factuur niet en verzoekt subsidiair veroordeling tot betaling van de hoofdsom, maar afwijzing van de overige vorderingen.
2.3.
Bovendien voert [gedaagde] aan dat Infomedics misbruik van het procesrecht heeft gemaakt, omdat [gedaagde] in twee eerdere procedures (met nummer 10436404 CV EXPL 23-9801 en 10830199 CV EXPL 23-32621) is gedagvaard door Infomedics voor facturen van latere data dan de in deze procedure ingebrachte factuur van 23 november 2022. Volgens [gedaagde] had Infomedics haar voor alle facturen in een keer kunnen dagvaarden zodat de kosten lager zouden zijn. [gedaagde] vindt ook om die reden dat Infomedics in haar vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De vordering is rechtsgeldig gecedeerd aan Infomedics Finance
2.4.
Dat Infomedics niet ontvankelijk zou zijn omdat zij niet de rechthebbende van de vordering is, is het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] . De kantonrechter heeft bij rolbeslissing van 11 april 2025 Infomedics verzocht daarop te reageren. Infomedics heeft bij akte van 5 juni 2025 gesteld en onderbouwd met een drietal overeenkomsten dat en op grond waarvan Infomedics Finance de eigenaar van de vordering op [gedaagde] is en dat Infomedics de last heeft gekregen om de vordering te innen.
2.5.
[gedaagde] betwist bij haar reactie op die akte opnieuw dat Infomedics eigenaar van de vordering is, omdat de onderbouwing van Infomedics – kort samengevat – ondoorgrondelijk is.
2.6.
Volgens Infomedics Finance is de vordering aan haar gecedeerd door Cure+. Voor een rechtsgeldige cessie is vereist dat sprake is van (1) een daartoe bestemde akte en (2) mededeling daarvan aan [gedaagde] . Aan de eerste voorwaarde is voldaan. Infomedics heeft namelijk de op 1 januari 2020 ondertekende driepartijenovereenkomst tussen Infomedics, FysiotherapieRotterdam B.V. en Infomedics Finance B.V. overgelegd. [gedaagde] betwist niet dat de statutaire naam van Cure+ FysiotherapieRotterdam B.V. (hierna: Cure+) is. In deze driepartijenovereenkomst is – kort samengevat – overeengekomen dat Cure+ alle vorderingen die zij heeft of zal verkrijgen aan Infomedics Finance B.V. verkoopt en levert, waarbij als voorwaarde voor de overdracht geldt dat Cure+ aan Infomedics opdracht geeft om de vorderingen administratief te verwerken en deze betaald te krijgen.
2.7.
Ook aan de tweede voorwaarde voor een rechtsgeldige cessie is voldaan. In de factuur van 23 november 2022 is immers mededeling gedaan van de cessie, op de wijze zoals hiervoor bij r.o. 2.1. is vermeld. Gelet op die mededeling volgt de kantonrechter [gedaagde] ook niet in haar stelling dat niet is medegedeeld dat de vordering van Cure+ aan Infomedics Finance is gecedeerd.
2.8.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat aan alle voor een cessie vereiste voorwaarden is voldaan. Daarmee staat vast dat de vordering van Cure+ op [gedaagde] rechtsgeldig aan Infomedics Finance is gecedeerd.
Infomedics mag de vordering op grond van de lastgevingsovereenkomst op eigen naam incasseren
2.10.
Het enkele feit dat de vordering rechtsgeldig is gecedeerd aan Infomedics Finance betekent echter nog niet dat Infomedics gerechtigd is in deze procedure als eisende partij op te treden. Infomedics heeft in dat kader bij repliek een beroep gedaan op de hiervoor genoemde driepartijenovereenkomst. Uit die overeenkomst volgt echter niet dat Infomedics bevoegd is in deze procedure als procespartij op te treden. In artikel 1 en 2 van de driepartijenovereenkomst is overeengekomen dat Cure+ opdracht geeft aan Infomedics om de vorderingen administratief te verwerken en betaald te krijgen. Vervolgens is in artikel 6 van die overeenkomst opgenomen dat Infomedics de opdracht heeft om de vordering in eigen naam te incasseren, tot de levering van de vordering is voltooid. Hiervoor is geoordeeld dat er, door het opmaken van de akte en de mededeling aan [gedaagde] , sprake is van een rechtsgeldige cessie. Daarmee is dus, volgens artikel 6 van de driepartijenovereenkomst, de opdracht van Cure+ aan Infomedics om de vordering in eigen naam te incasseren geëindigd.
2.11.
Infomedics heeft daarnaast aangevoerd dat zij met Infomedics Finance een dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten, op grond waarvan zij de werkzaamheden als genoemd in de driepartijenovereenkomst (de administratieve verwerking en incasso van de vorderingen) uitvoert voor Infomedics Finance. Infomedics heeft die dienstverleningsovereenkomst in het geding gebracht, net als de in aanvulling daarop met Infomedics Finance gesloten overeenkomst van lastgeving. In die lastgevingsovereenkomst heeft Infomedics Finance aan Infomedics de opdracht gegeven om een debiteur te dagvaarden en tegen hem/haar te procederen in eigen naam, wanneer uit hoofde van de driepartijenovereenkomst overgegaan moet worden tot het procederen tegen een debiteur. In artikel 2 van de driepartijenovereenkomst is in dat verband vastgelegd dat Infomedics bij de incasso te allen tijde het in de toepasselijke algemene voorwaarden omschreven proces moet volgen en daarvan niet mag afwijken. [gedaagde] betwist niet dat Infomedics zich bij haar incassowerkzaamheden aan het voorgeschreven proces heeft gehouden. In de overgelegde stukken zijn ook geen aanknopingspunten te vinden om het tegendeel te kunnen aannemen. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarom op gerechtvaardigde gronden overgegaan tot het starten van een gerechtelijke procedure. Dat leidt er toe dat Infomedics op grond van de lastgevingsovereenkomst gerechtigd was in eigen naam de vordering op [gedaagde] te incasseren en in onderhavige procedure – op eigen naam – als eisende partij op te treden.
De vordering op [gedaagde] is niet aan het CBIM gecedeerd
2.9.
Uit de brief van 22 maart 2023 blijkt niet dat de vordering aan het CBIM is gecedeerd. In de brief staat: “U ontvangt deze aanmaning omdat onze opdrachtgever Infomedics B.V. op onderstaande vordering geen betaling heeft ontvangen. Onze opdrachtgever heeft u meerdere malen verzocht te betalen. Het Centraal Medisch Incasso Bureau (CMIB) heeft daarom de vordering overgenomen”. De rechter begrijpt deze brief zo dat het CBIM van Infomedics de opdracht heeft gekregen om de vordering op [gedaagde] te incasseren. Door Infomedics is niet bedoeld dat het CBIM de vordering verkregen heeft. Dit blijkt onder meer uit alle door Infomedics overgelegde stukken. Daarom kan dit verweer van [gedaagde] niet slagen.
[gedaagde] moet de factuur met rente betalen
2.10.
De vordering tot betaling van de hoofdsom van Infomedics wordt toegewezen. [gedaagde] betwist de verschuldigdheid van dit bedrag niet. Niet is in geschil dat zij dit bedrag nog steeds niet heeft betaald. De kantonrechter ziet geen goede redenen om tot niet-ontvankelijkheidverklaring van Infomedics over te gaan.
2.11.
De rente wordt wel toegewezen, omdat Infomedics genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] de factuur niet op tijd heeft betaald en in verzuim is.
[gedaagde] moet de incassokosten betalen
2.12.
De incassokosten van € 40,00 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De buitengerechtelijke kosten is [gedaagde] aan Infomedics verschuldigd sinds 15 dagen nadat zij de 14-dagenbrief met dagtekening 11 januari 2023 heeft ontvangen. Dat deze kosten in eerdere procedures niet gevorderd zijn, doet aan de verschuldigdheid daarvan niets af.
Infomedics moet de proceskosten betalen
2.13.
Infomedics zal in de proceskosten worden veroordeeld, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 100,00 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 40,00). De kantonrechter is het met [gedaagde] eens dat Infomedics misbruik van procesrecht heeft gemaakt door deze tweede procedure te starten terwijl de factuur meegenomen had kunnen worden met zaaknummer 10830199 CV EXPL 23-32621. De kantonrechter licht dit als volgt nader toe. Infomedics heeft niet goed uitgelegd waarom de onderhavige vordering niet meegenomen is in de eerdere procedure. Uit de stellingen van Infomedics in de dagvaarding blijkt dat zij al sinds 23 november 2022 bij de incasso van deze factuur is betrokken. Bij repliek voert Infomedics aan dat zij [gedaagde] herhaaldelijk heeft aangeschreven en haar zodoende de kans heeft geboden om buitengerechtelijk te betalen en dat [gedaagde] die niet heeft gegrepen. Dit kan zo zijn, maar de rechter is van oordeel dat dit niet wegneemt dat het separaat dagvaarden, terwijl dit tegelijkertijd met een eerdere procedure had gekund, tot aanzienlijke extra kosten kan leiden voor [gedaagde] .
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.14.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Infomedics dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 176,19 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 123,00 vanaf 9 oktober 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 100,00;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
62574